Hoofdstuk 1.6 - Parler FN-NF
2
Woorden in deze lijst (27)
Origineel
- huren
- louer
- vanmiddag
- cet après-midi
- dat hangt ervan af
- ça dépend
- de vergunning
- le permis
- minstens
- au moins
- de folder
- le dépliant
- geen enkel
- ne … aucun(e)
- laten zien
- montrer
- het identiteitsbewijs
- la carte d'identité
- achterlaten, laten liggen
- laisser
- vandaag
- aujourd'hui
- in elk geval
- de toute façon
- spellen
- épeler
- de borgsom
- la caution
- terugbrengen
- rapporter
- de mogelijkheid
- la possibilité
- ondertekenen
- signer
- ook niet
- ne … pas non plus
- vervolgens /
daarna - puis
- straks
- tout à l’heure
- schattig
- adorable
- de dieren
- les animaux
- het dier
- l’animal (m)
- laten we gaan
- allons-y
- vergeten
- oublier
- het geld
- l’argent (m)
- je bedoelt
- tu veux dire