Hoofdstuk 3 Kastelen, kloosters en steden - §2 Het christendom wordt belangrijker - VMBO TH
Woorden in deze lijst (9)
Origineel
- heiden
- Zo noemden christenen iemand die in natuurgoden en -krachten geloofde.
- monnik
- Geestelijke die in een klooster leeft.
- klooster
- Gebouw waar monniken of nonnen volgens strenge regels leven.
- missionaris
- Geestelijke die mensen tot het christelijke geloof probeert te bekeren.
- stand
- Een groep mensen met een eigen taak. In de middeleeuwen waren er drie standen: de geestelijkheid, de adel en de boeren.
- geestelijke
- Iemand in dienst van de kerk, zoals de paus, priesters, monniken en nonnen. Geestelijken vormden de eerste stand.
- paus
- De hoogste geestelijke van de christelijke kerk.
- adel
- Groep mensen die de geestelijken en boeren moest beschermen. De adel vormde de tweede stand.
- ridder
- Een goed bewapende ruiter.