LEEFOMGEVING Stedelijke gebieden
Woorden in deze lijst (35)
Origineel
- hoogwaardige voorzieningen
- voorzieningen van een hoge kwaliteit waarvoor mensen veel willen betalen en die een grote klantenkring nodig hebben
- duurzame stad (sustainable city)
- een stad die energieneutraal is en afval hergebruikt, zodat toekomstige generaties er goed kunnen blijven leven
- smart cities
- een stad die maximaal gebruik maakt van digitale technologie: computers en internet
- creatieve stad
- een stad met veel werkgelegenheid in creatieve beroepen
- duale arbeidsmarkt
- de grote kloof tussen banen voor hoog- en voor laagopgeleiden
- kenniseconomie
- een economie die gebaseerd is op hersenkracht en dienstverlening
- sciencepark
- bedrijventerrein met kennisintensieve bedrijven, die vaak samenwerken met een universiteit (ook: campus)
- zakelijke dienstverlening
- bedrijven in de tertiaire sector die allerlei diensten aan het bedrijfsleven en de overheid bieden
- openbaar bestuur
- degenen die beslissingen nemen in de maatschappij, bijvoorbeeld Rijk, provincie en gemeente
- private sector
- het bedrijfsleven, waar veel kennis en geld aanwezig is
- publieke sector
- overheid, die de belangen van iedereen behartigt
- publiek-private samenwerking (pps)
- de samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid bij grote bouwprojecten
- regio
- gebied waarin stad en ommeland onderling veel contacten en verkeersstromen hebben
- regionale samenwerking
- samenwerking tussen de drie bestuurslagen: gemeenten, provincies en Rijk
- ruimtelijke ordening
- alle regels die er bestaan over de inrichting van de ruimte: ‘Wat mag waar?’
- 19e-eeuwse arbeiderswijk
- woonwijk gebouwd tussen 1870 en 1920
- gentrification
- het proces waarbij in een oudere wijk steeds meer woningen opgeknapt worden, waardoor er mensen met een hoger inkomen komen wonen; hierdoor stijgen de huizenprijzen en het voorzieningenniveau in de wijk
- herstructurering
- het slopen van slechtere huurwoningen en de nieuwbouw van duurdere koopwoningen
- naoorlogse (flat)wijken
- wijken gebouwd tussen 1950 en 1970, waar hoogbouw wordt afgewisseld met laagbouw
- stadsvernieuwing
- het verbeteren van de kwaliteit van de woning en door de overheid [circa 1980-1990]
- bewonerskenmerken
- 1 grootte van huishoudens; 2 etniciteit; 3 inkomen; 4 gezinsfase / leeftijd
- buurtprofiel
- de belangrijkste kenmerken van een bepaalde buurt samengevat: bewonerskenmerken, woningkenmerken en omgevingskenmerken
- ruimtelijke segregatie
- het gescheiden wonen van verschillende bevolkingsgroepen in de stad
- woningkenmerken
- 1 ouderdom van de woning; 2 eigendom; 3 woningtype; 4 staat van onderhoud
- buurt- of wijkvoorzieningen
- ontmoetingsmogelijkheden voor de bewoners van een buurt of wijk
- objectieve sociale veiligheid
- de veiligheid afgemeten aan het aantal criminele feiten dat door de politie is geteld
- onderhoud
- mate waarin de openbare ruimte tijdig wordt opgeruimd en hersteld
- openbare ruimte
- ruimte die er voor iedereen is, maar die soms van niemand lijkt te zijn
- overzichtelijkheid
- een goede inrichting en indeling van de openbare ruimte
- sociale cohesie
- de bereidheid van burgers om een actieve rol te spelen in een buurt, elkaar te informeren en te helpen
- sociale veiligheid
- de bedreiging van de veiligheid die van binnen de samenleving komt, zoals misdrijven en overtredingen tussen burgers onderling
- subjectieve sociale veiligheid
- het gevoel dat mensen in een buurt hebben over de veiligheid
- toegankelijkheid
- ook kwetsbare mensen kunnen gebruikmaken van de openbare ruimte
- toezicht
- aanwezigheid van een aanspreekpersoon in de openbare ruimte
- woonomgeving
- de directe omgeving van woningen: stoep, straat, plantsoen, maar ook voortuin, balkon en voortuin