Na klar! - 3 VWO - Du und ich - Les 3 Prominent - Redemittel

Woorden in deze lijst (20)

Origineel

Kun je je eens voorstellen?: Kannst du dich mal vorstellen?
Mijn naam is Leni.: Mein Name ist Leni.
Hoe gaat het met jou?: Wie geht es dir?
Het gaat goed met mij.: Es geht mir gut.
Welk beroep heeft je vader?: Welchen Beruf hat dein Vater?
Hij is ICT-adviseur van beroep.: Er ist IT-Berater von Beruf.
Welke films vind je interessant?: Welche Filme findest du interessant?
Ik vind bioscoopfilms niet zo leuk.: Ich mag Kinofilme nicht so gern.
Waarom wil je nu niets meer doen?: Warum möchtest du jetzt nichts mehr unternehmen?
Ik heb geen zin.: Ich habe keine Lust.
Wat doe je in de vakantie het liefst?: Was machst du in den Ferien am liebsten?
Het liefst chill ik.: Am liebsten chille ich.
Welke muziek bevalt je?: Welche Musik gefällt dir?
Het leukst vind ik indierock.: Am besten gefällt mir Indie-Rock.
Wanneer ben je jarig?: Wann hast du Geburtstag?
Ik ben op 12 maart jarig.: Ich habe am 12. März Geburtstag.
Hoe was je vakantie?: Wie waren deine Ferien?
Mijn vakantie was saai.: Meine Ferien waren langweilig.
Wat kun je bijzonder goed?: Was kannst du besonders gut?
Ik kan goed pianospelen.: Ich kann gut Klavier spielen.