Neue Kontakte - Deutschbuch A - 1-2 vmbo-kgt - WIR - Lernliste

17keer geoefend
Woorden in deze lijst (99)
Origineel
- de broer
- der Bruder
- de halfbroer
- der Halbbruder
- de jongen
- der Junge
- de neef
- der Cousin
- de oom
- der Onkel
- de opa
- der Opa
- de vader
- der Vater
- de stiefvader
- der Stiefvater
- de vriend
- der Freund
- het gezin
- die Familie
- de halfzus
- die Halbschwester
- de moeder
- die Mutter
- de nicht
- die Cousine
- de oma
- die Oma
- de stiefmoeder
- die Stiefmutter
- de tante
- die Tante
- de vriendin
- die Freundin
- de zus
- die Schwester
- het kind
- das Kind
- het meisje
- das Mädchen
- de broers en zussen
- die Geschwister
- de grootouders
- die Großeltern
- de ouders
- die Eltern
- doen
- machen
- hebben
- haben
- erg houden van
- lieben
- voorstellen
- vorstellen
- aardig
- nett
- jong
- jung
- groot
- groß
- klein
- klein
- mooi
- schön
- heel erg
- sehr
- niet
- nicht
- heten
- heißen
- komen
- kommen
- wonen
- wohnen
- zijn
- sein
- twintig
- zwanzig
- eenentwintig
- einundzwanzig
- dertig
- dreißig
- veertig
- vierzig
- vijftig
- fünfzig
- zestig
- sechzig
- zeventig
- siebzig
- tachtig
- achtzig
- negentig
- neunzig
- honderd
- hundert
- duizend
- tausend
- miljoen
- eine Million
- de broers
- die Brüder
- de halfbroers
- die Halbbrüder
- de jongens
- die Jungen
- de neven
- die Cousins
- de ooms
- die Onkel
- de opa's
- die Opas
- de vaders
- die Väter
- de stiefvaders
- die Stiefväter
- de vrienden
- die Freunde
- de halfzussen
- die Halbschwestern
- de moeders
- die Mütter
- de nichten
- die Cousinen
- de oma's
- die Omas
- de stiefmoeders
- die Stiefmütter
- de tantes
- die Tanten
- de vriendinnen
- die Freundinnen
- de zussen
- die Schwestern
- de kinderen
- die Kinder
- de meisjes
- die Mädchen
- ohne
- zonder
- das Handy
- het mobieltje
- richtig
- juist
- wichtig
- belangrijk
- leider
- helaas
- letzte
- laatste
- auch
- ook
- zusammen
- samen
- vielleicht
- misschien
- lustig
- grappig
- langweilig
- saai
- zum Beispiel
- bijvoorbeeld
- jeden Tag
- elke dag
- oft
- vaak
- der Spaß
- het plezier
- schon
- al
- der Geburtstag
- de verjaardag
- neu
- nieuw
- immer
- altijd
- welche
- welke
- heute
- vandaag
- jetzt
- nu
- manchmal
- soms
- treffen
- ontmoeten
- das Buch
- boek
- später
- later
- Doei!
- Tschüss!
- Ik heb geen broers en zussen.
- Ich habe keine Geschwister.
- Ik heet Fleur en ik ben 14 jaar oud.
- Ich heiße Fleur und ich bin 14 Jahre alt.
- Mijn zus heet Lea en ze is heel aardig.
- Meine Schwester heißt Lea und sie ist sehr nett.