Na klar! - 3 VWO - Genießen - Les 6 Taschengeld - Redemittel
Woorden in deze lijst (20)
Origineel
- Hij draagt altijd een spijkerbroek en een T-shirt.
- Er trägt immer eine Jeans und ein T-Shirt.
- Voor mij zijn merkkleding en mode belangrijk.
- Für mich sind Markenbekleidung und Mode wichtig.
- Ik let goed op de prijzen.
- Ich achte gut auf die Preise.
- Zij brengt kranten rond.
- Sie trägt Zeitungen aus.
- Mijn ouders betalen mijn kleding. Ik krijg geen kleedgeld.
- Meine Eltern bezahlen meine Kleidung. Ich bekomme kein Kleidergeld.
- Ik draag alleen kleding die in is.
- Ich trage nur Kleidung, die in ist.
- Wij winkelen drie keer per jaar in Amsterdam.
- Wir shoppen dreimal pro Jahr in Amsterdam.
- Ik koop mijn kleding zelf.
- Ich kaufe meine Kleidung selbst.
- Het liefst draagt zij een jurk of een rok.
- Am liebsten trägt sie ein Kleid oder einen Rock.
- Mijn lievelingskleur is oranje.
- Meine Lieblingsfarbe ist Orange.
- Vandaag draag ik een blauwe broek en een rode blouse.
- Heute trage ich eine blaue Hose und eine rote Bluse.
- Haar nieuwe trui is rood met wit.
- Ihr neuer Pullover ist rot mit weiß.
- Ik vind het prima dat mijn moeder mijn kleding koopt.
- Ich finde es prima, dass meine Mutter meine Kleidung kauft.
- Hij werkt op zaterdag in een supermarkt.
- Er arbeitet am Samstag in einem Supermarkt.
- Zij krijgt 30 euro zakgeld per maand.
- Sie bekommt 30 Euro Taschengeld im Monat.
- Ik geef mijn geld aan games uit.
- Ich gebe mein Geld für Computerspiele aus.
- Hij koopt dvd's van zijn zakgeld.
- Er kauft DVDs von seinem Taschengeld.
- Ik spaar elke maand tien euro.
- Ich spare jeden Monat zehn Euro.
- Mijn vader betaalt mijn schoolspullen voor me.
- Mein Vater bezahlt meine Schulsachen für mich.
- Ik heb een bijbaantje.
- Ich habe einen Nebenjob.