ENGELS-HOOFDSTUK 1-VWO 4

Diese

Woorden in deze lijst (384)

Origineel

acquire: krijgen
additionally: bovendien
address: aanspreken
adversity: tegenslag
affect: invloed hebben op
charitable: liefdadigheids-
consent: goedkeuring
counter: weerleggen/tegenspreken
credibility: geloofwaardigheid
disability: beperking/handicap
dispute: bestrijden
distinguish: onderscheid maken/onderscheiden
elaborate: uitgebreid
elaborate: dieper ingaan op
implement: uitvoeren
longevity: lang(er) leven
perceive: waarnemen/zien
pull in: binnenhalen
resilience: veerkracht
scope: omvang
sustainable: duurzaam
tailored: op maat gemaakt/gericht
valid: geldig
aankondigen: announce
bloeiend: thriving
de moeite waard: rewarding
dierenarts: veterinarian
door heel: throughout
gepassioneerd: passionate
erop aandringen: insist
evenzo: similarly
gelijkgestemd: like-minded
gewond: injured
grootschalig: large-scale
herstel: recovery
hertogin: duchess
het britse gemenebest: the commonwealth
het hoofd bieden aan: face
jaarlijks: annual
kwestie: matter
lange termijn: long-term
lastig: tough
nadruk: emphasis
neushoorn: rhino
onderdak: accommodation
onderschatten: underestimate
oorzaak: cause
op het gebied van: in terms of
plaatselijk: local
talrijk: numerous
team: crew
tegenwoordig: today
uitbreiding: expansion
verhogen: raise
verwijdering: removal
vooral: in particular
vrijwillig iets doen: volunteer
waarde: value
waardeloos: lousy
normen en waarden: norms and values
wereld: global
werkzaam: employed
winstgevend: lucrative
zeuren: whine
verbeelden: imagine
adaptive: flexibel
adolescence: overgang tussen jeugd en volwassenheid
ambiguity: meerduidigheid
aspire: streven
clarify: verduidelijken
deficiency: tekort
fluctuation: schommeling
frontal: frontaal
hormonal shifts: hormoonschommelingen
imbalance: onbalans
immature: onvolwassen
ineffectiveness: ondoelmatigheid
inhibited: geremd
judgement: oordeel
mature: rijpen
mount: stijgen
onset: begin
pedagogical: opvoedkundig
pent-up: opgekropt
profound: diepgaand
resonance: resonantie
scientific: wetenschappelijk
self-regulation: zelfregulering
substantiate: onderbouwen
the human species: het menselijk ras
aanpassen: adapt
afname: decrease
afstemmen: attune
als gevolg daarvan: as a result of that
betekenisvol: meaningful
bewijs: evidence
bijdragen: contribute
drastisch: radical
een standje geven: scold
gidsen: guide
groei: growth
grotendeels: largely
helpen: aid
hoewel: even though
humeurig: moody
imiteren: mimic
logisch zijn: make sense
naabootsen: imitate
onvoorspelbaar: unpredictable
opvoeden: parent
opvoeden: raise
opvoeding: upbringing
overmoedig: reckless
regelen: regulate
scheiden: separate
streven naar: strive for
tegenstand: resistance
tegenwerking: opposition
tijd aan besteden: spend time on
toename: increase
toenemen: increas
toezicht houden: supervise
uitbarsting: outburst
verduidelijken: illustrate
verminderen: diminish
versterken: amplify
voornaamste reden: primary cause
wegsturen: dismiss
zorgen voor: provide for
acquire: verwerven
advocate: voorstander
amass: verzamelen
appearance: verschijning
as of: vanaf
be due: verwacht worden
be struck by: geraakt worden door
burgeoning: opkomend
collaborate: samenwerken met
contribution: bijdrage
eke out: bijeen scharrelen
engineer: ontwikkelen
finite: eindig
fuse: samensmelten
gig: optreden
injustice: onrecht
legislation: wetgeving
on the forefront: in de voorhoede
patron: beschermheer
prohibit: verbieden
prospect: vooruitzicht
remote: afgelegen
treasure: koesteren
vocals: zangstemmen
aanbod: offer
aanbod (economisch): supply
akkord: chord
ambitie: ambition
anders dan: different form
bescheiden: modest
beweging: movement
blijven zitten met: end up with
buitengewoon: extraordinary
contact houden: stay in touch
diversiteit: diversity
financieren: fund
gebrek aan: lack of
gedicht: poem
gemeenschap: community
gereedschap: equipment
grens: border
huidig: current
inspireren: inspire
jeugd: childhood
laag: layer
moed: courage
ondernemer: entrepreneur
ongelijheid: inequality
oplossing: solution
pakken: capture
raad: council
samenstellen: compile
tegen de tijd: by the time
toegang hebben: have access
toevoegen: add
vaststellen: establish
verbinden: connect
cerkondigen: preach
vertrouwen: faith
via: through
voor elkaar krijgen: fix
vraag (economisch): demand
uitbrengen: release
wortels: roots
adaptive: flexibel
ambiguity: meerduidigheid
aspire: streven
deficiency: tekort
immature: onvolwassen
inhibited: geremd
mature: rijpen
profound: diepgaand
substantiate: onderbouwen
overmoedig: reckless
tegenstand: resistance
verminderen: diminish
versterken: amplify
prospect: vooruitzicht
vaststellen: establish
commission: opdracht geven tot
marginalised: gekleineerd
ostracised: buitengesloten
besluiteloos: insecure
af en toe: occasionally
beledigend: insulting
dor middel van: by means of
erven: inherit
adversity: tegenslag
erop aandringen: insist
lastig: tough
additionally: bovendien
affect: invloed hebben op
couter: weerleggen
dispute: bestrijden
distinguish: onderscheiden
elaborate: uitgebreid/ dieper ingaan op
implement: uitvoeren
resilience: veerkracht
bloeiend: thriving
de moeite waard: rewarding
evenzo: similarly
uitbreiding: expansion
vooral: in particular
winstgevend: lucrative
acclaimed: geprezen
resent: kwalijk nemen
bovendien: in addition
speciaal belast met: dedicated to
uitstekend: outstanding
verwaarlozing: neglect
bestaan uit: consist of
acknowledge: erkennen
dedication: toewijding
emerge: tevoorschijn komen
moreover: bovendien
spouse: echtgenoot
startle: schrikken
bewustzijn: awareness
helemaal opnieuw: from scratch
in overweging nemend: considering
richten op: aim at
ageist: discriminerend op basis van leeftijd
banter: geintje
characteristic: eigenschap
commission: opdracht geven tot
cope with: omgaan met
coping strategy: strategie om ergens mee om te gaan
cut-price: afgeprijsd
demeaning: denigrerend
distance yourself from: afstand nemen van
erase: uitgummen
housing crisis: woningnood
marginalised: gekleineerd
mental: geestelijk
merchant navy: handelsvloot
misconception: misvatting
on purpose: met opzet
ongoing: aanhoudend
ostracised: buitengesloten
perception: perceptie
prioritise: prioriteit geven
progress: vooruitgang
repercussions: gevolg
stick: kritiek
value: waarderen
values: waarden
constant: constantly
af en toe: occasionally
afname: decline
afremmen: inhibit
spanning: anxiety
basis: foudation
beledigend: insulting
beperkende: limiting
burgerrechten: civil rights
debateren: debate
door middel van: by means of
erven: inherit
gedrag: behaviour
gemeen hebben: have in common
geobserdeerd: obsessed
herhaaldelijk: repeatedly
herkennen: recognise
homofobie: homophobia
houding: attitude
in de kern: at the core
in de schulden: in debt
inspanning: effort
inspraak hebben: have a say
kans: opportunity
lijden aan: suffers from
mobiel: mobile phone
ontslagen worden: were laid off
onzeker: unsure
besluiteloss: insecure
oplossen: solve
parlementslid: MP
proberen: attempt
reactie: response
spugen: spit
toestaan: allow
uiteindelijk: at the end of the day
verkeerd begrijpen: misunderstand
voordeel: advantage
voorstellen: suggest
vrezen: fear
zich bewust zijn van: are aware of
absored in: in beslag genomen zijn door
acclaimed: geprezen
acknowledge: erkennen
beneficial: gunstig
dedication: toewijding
emerge: tevoorschijn komen
endangered: bedreigd
extincion: uitsterven
late: wijlen
moreover: bovendien
narrator: verteller
notable: opmerkelijk
prompt: aanwijzing
prompt(ed): ertoe brengen
realm: gebied
recall: zich herinneren
reflect: weergeven
relate to: zich verhouden tot
resent: kwalijk nemen
scholarly: academisch
species: soort
spouse: echtgenooit
startle: schrikken
submit: indienen
tedious: saai
behalve: apart from
uitgezonderd: except
behoefte: need
bestaaan uit: consist of
bevestigen: confirm
bewustzijn: awareness
bijdragen aan: contribute to
bovendien: in addition
brandstof: fuel
deelnemen aan: participate in
dol op: passionate about
een in hoofdlijnen uitgewerkt overzicht: outline
eerste versie: draft
egoistisch: selfish
fokken: breed
gebeurtenis: event
gemeenschap: community
helemaal opnieuw: from scratch
in overweging nemend: considering
inzamelen: raise
kinderarbeid: child labour
kortom: in short
kwetsbaar: vulnerable
last: burden
minister-president: prime minister
op de eerste plaats: in the first place
prestatie: achievement
redden: rescue
richten op: aim at
rijkdom: wealth
speciaal belast met: dedicated to
sterker nog: whats more
stichten: found
talloos: countless
ten slotte: finally
tweede plaats in een wedstrijd: runner-up
uitstekend: outstanding
vechten tegen: battle
verspreiden: spread
verwaarlozing: neglect
wat is je drijfveer?: what makes you tick
zorgen voor c: care for
zuurstof: oxygen