Na klar! 3 VWO/GYM B - Frankfurt am main - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel
Woorden in deze lijst (28)
Origineel
- Sorry, waar kan ik het VVV-kantoor vinden?
- Entschuldige/Entschuldigen Sie bitte, wo kann ich die Touristeninformation finden?
- Dat is hier op het centraal station.
- Die ist hier im Hauptbahnhof.
- Sorry, dat weet ik helaas ook niet.
- Tut mir leid, das weiß ich leider auch nicht.
- Heeft u misschien een plattegrond voor mij?
- Haben Sie vielleicht einen Stadtplan für mich?
- Hier, alstublieft. Die is gratis.
- Hier, bitte sehr. Der ist kostenlos.
- Nee, het spijt me. We hebben geen plattegrond meer.
- Nein, tut mir leid. Wir haben keinen Stadtplan mehr.
- Hoe kom ik bij het station?
- Wie komme ich zum Stadion?
- Je/U gaat hier bij de kruising rechts en dan de volgende straat weer rechts.
- Du gehst/Sie gehen hier an der Kreuzung rechts und dann die nächste Straße wieder rechts.
- Ik laat het je/u zien op de plattegrond.
- Ich zeige es dir/Ihnen auf dem Stadtplan.
- Weet je/u misschien de weg naar het ziekenhuis?
- Kennst du/Kennen Sie vielleicht den Weg zum Krankenhaus?
- Ja, je gaat eerst langs de kerk en dan langs het museum. Je loopt ook nog langs de camping.
- Ja, du gehst zuerst an der Kirche vorbei, dann am Museum vorbei. Und du gehst auch noch am Campingplatz vorbei.
- Ja, je/u gaat bij het stoplicht links en dan steeds rechtdoor. Het ziekenhuis is dan aan de rechterkant/linkerkant.
- Ja, du gehst/Sie gehen an der Ampel links und dann immer geradeaus. Das Krankenhaus ist dann auf der rechten/linken Seite.
- Nee, ik weet de weg niet.
- Nein, ich kenne den Weg nicht.
- Is hier ook een bushalte in de buurt?
- Ist hier auch eine Bushaltestelle in der Nähe?
- Ja, de bushalte is vanaf hier ongeveer vijf minuten lopen.
- Ja, die Bushaltestelle ist von hier etwa fünf Minuten zu Fuß.
- Wat zegt u? Ik heb het niet begrepen. Kunt u dat herhalen?
- Wie bitte? Ich habe es nicht verstanden. Können Sie das wiederholen?
- De boekhandel is tegenover de dom.
- Die Buchhandlung ist gegenüber dem Dom.
- Bedankt. Dag.
- Danke schön. Tschüss.
- Graag gedaan. Tot ziens.
- Gern geschehen. Auf Wiedersehen.
- Ik vind het echt cool om in een grote stad te wonen.
- Ich finde es richtig cool, in einer großen Stadt zu wohnen.
- Mijn stad/dorp heeft veel te bieden.
- Meinen Stadt/Mein Dorf hat viel zu bieten.
- Het bevalt me niet dat er te veel auto's zijn.
- Es gefällt mir nicht, dass es zu viele Autos gibt.
- Voor ons huis is een grote straat. Dat irriteert.
- Vor unserem Haus ist eine große Straße. Das nervt.
- Ik ben blij dat ik in een dorp/grote stad woon.
- Ich bin froh, in einem Dorf/einer Großstadt zu wohnen.
- Het dorp ligt in de buurt van Frankfurt.
- Das Dorf liegt in der Nähe von Frankfurt.
- Ik vind het hier heel saai. Je kunt hier niet veel doen. Dat vind ik stom.
- Ich finde es hier total langweilig. Man kann hier nicht viel machen. Das finde ich blöd.
- We hebben geen drogisterij in het dorp.
- Wir haben keine Drogerie im Dorf.
- De stad is lawaaierig en vies.
- Die Stadt ist laut und schmutzig.
