toetsweek 1

toetsweek 1

Nienke
11

Woorden in deze lijst (89)

organiseren
arrange
in geen geval
by no means
voortdurend
constantly
buitensporig
excessive
bijeenkomst
gathering
in het algemeen
generally
invloed
influence
contact houden met
keep in touch
vrije tijd
leisure time
noemen
to mention
opvallen
notice
bezighouden
occupy
geduldig
patiently
voorzien van
provide
doel
purpose
in de rij staan
to queue
herkennen
recognise
beperking
restriction
benadrukken
to stress
de neiging hebben om
tend to
onderwerp
topic
begeleiden
accompany
toevoeging
addition
tussen
among
voorouder
ancestors
oud
ancient
verschijnen
appears
associƫren met
associate with
bijwonen
attend
voorbereiden op
prepared for
in je opkomen
come to mind
beschouwen als
consider to be
hedendaags
contemporary
tegenspreken
contradict
bepalen
determine
vaak
frequently
geleidelijk
gradually
twijfelen
hesitate
ogenblikkelijk
instantly
bedoelen
intend
verbinden
link
kenmerken
mark
verkrijgen
obtain
gewoon
ordinary
vertegenoordigen
represent
uitspraak
statement
aanspreken
appeal to
aantrekken
attract
verduidelijken
clarify
geloofwaardig
credible
moedig
daring
decennium
decade
afhangen van
depend on
dozijn
dozen
essentieel
essential
aangeven
indicate
zo zie je maar weer
it goes to show
bijzonder
particular
in verband brengen
relate to
uitbrengen
release
gelijkenis
similarity
spraak
speech
zich verspreiden
spread
enorm
tremendous
aannemelijk
valid
druk
vibrant
toegankelijk
accessible
haalbaar
achievable
vooruitgangen
advances
houding
attitude
baseren
base on
vermogen
capacity
informeel
casual
gemeenschapelijke
common
klagen
complain
wegwerp
disposable
vanwege
due to
zich ontwikkelen
evolve
hevig
fierce
noodzaak
necessity
niettemin
nevertheless
voorspellen
predict
aankoop
purchase
doel
purpose
winkelier
retailer
vormgeven
shape
trouwblijven aan
stay true to
richten op
target
neiging
tendency
Hoi Gast!