Nectar - 5 vwo - Hoofdstuk 11 - Regeling intern milieu

Nectar - 5 vwo - Hoofdstuk 11 - Regeling intern milieu

Woorden in deze lijst (107)

ademcentrum
Groep zenuwcellen in de hersenstam die de ademhaling regelt.
ademfrequentie
het aantal ademhalingen per minuut
ademvolume
De hoeveelheid lucht die je bij één ademhaling ververst.
ADH (antidiuretisch hormoon)
Hormoon uit de hypofyseachterkwab waardoor de nieren extra water terugresorberen uit de voorurine; er ontstaat een kleinere volume urine.
afweerstoffen
Stoffen die een infectie bestrijden.
alcoholdehydrogenase
Enzym dat alcohol omzet in ethanal (acetaldehyde).
aldehydehydrogenase
Enzym dat ethanal (acetaldehyde) omzet in azijnzuur (acetaat).
aldosteron
Hormoon van de bijnierschors, bevordert in het laatste deel van het nierbuisje de terugresorptie van Na+-ionen uit de voorurine naar het bloed en in de verzamelbuisjes de afgifte van Na+ en Cl-.
antiport
gecombineerd transport (cotransport) van twee stoffen door een membraan die tegengestelde richting opgaan.
astma
Een ontsteking van de slijmvliezen in de bronchiolen waardoor er meer slijm ontstaat.
binnenste tussenribspieren
spieren tussen de ribben; betrokken bij diepe uitademing
borstvlies
vlies van een enkele laag platte cellen aan de binnenkant van de borstkas
bronchiën
vertakkingen van de hoofdbronchiën, omgeven door kraakbeenringen
bronchiolen
kleinste vertakkingen van de bronchiën, zonder kraakbeenringen
buitenste tussenribspieren
spieren tussen de ribben; betrokken bij een inademing
cholesterol
een vetachtige stof, nodig voor de stabiliteit van celmembranen en grondstof voor hormonen als oestrogeen en testosteron
chronische bronchitis
langdurig ontstoken luchtwegen
CO2-concentratie
de hoeveelheid CO2 per liter (weergegeven als pCO2)
colloïd osmotische waarde (COW)
de osmotische waarde van de eiwitten, die in het bloed achterblijven bij de ultrafiltratie
COPD
verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem
cotransport
gecombineerd transport van twee stoffen door een membraan
cytokine
Eiwit uitgescheiden door bepaalde witte bloedcellen, onder andere bij ontstekingen. Werkt als boodschapperstof bij celcommunicatie en beïnvloedt bij een ontsteking de norm van de kerntemperatuur.
deaminering
het verwijderen van een aminogroep van een aminozuur
decompressieziekte
ziekte die ontstaat wanneer een duiker te snel stijgt en er N2-bellen in zijn bloed en weefsels ontstaan.
detoxificatie
het afbreken van giftige stoffen
diepe inademing
Inademing waarbij de buitenste tussenribspieren krachtiger samentrekken.
diepe uitademing
Uitademing waarbij de buikspieren en de binnenste tussenribspieren krachtig samentrekken.
diffusiecoëfficiënt
constante in de wet van Fick, hangt onder andere af van de temperatuur.
diffusiesnelheid
Het aantal deeltjes dat per seconde passeert.
dode ruimte
De ruimte in de luchtwegen waar geen uitwisseling van gassen plaatsvindt.
dynamisch evenwicht
Evenwicht dat varieert tussen een ingestelde minimum- en een maximumwaarde.
eerste gekronkelde nierbuisje
eerste deel van het nierbuisje tussen het kapsel van Bowman en de lis van Henle
effector
een klier of een spier, aangestuurd door een regelcentrum in het centraal zenuwstelsel
essentiële aminozuren
Aminozuren die je alleen met je voedsel binnen kunt krijgen.
essentiële vetzuren
Vetzuren die je alleen met je voedsel binnen kunt krijgen.
ferritine
Een eiwit dat ijzer bindt voor opslag in de lever en in het rode beenmerg.
galbuis
afvoerweg voor gal van de lever naar de twaalfvingerige darm
galkleurstof (bilirubine)
Afvalstof die in de lever ontstaat bij de afbraak van hemoglobine. Komt via de gal in de dunne darm terecht en voor een klein deel via het bloed in de urine.
galzouten (galzure zouten)
zouten die ontstaan bij de afbraak van cholesterol.
gaswisseling
de uitwisseling van O2 en CO2 tussen de lucht in de longblaasjes en tussen bloed en weefselcellen in de weefsels
glomerulus
kluwen van speciale haarvaten in het kapsel van Bowman
glucagon
Hormoon uit de alvleesklier; stimuleert in de lever de omzetting van glycogeen in glucose en in cellen en spieren in een lever en spieren
gluconeogenese
Het maken van nieuwe glucose uit aminozuren en vetten.
glycogeen
polysacharide, een reservestof in lever en spieren
glycogenese
de omzetting van glucose in de polysacharide glycogeen
homeostase
het in stand houden van een dynamisch evenwicht door regelmechanismen
hoofdbronchiën
grote vertakkingen van de luchtpijp, omgeven door kraakbeenringen
hypothalamus
Hersendeel met receptoren voor de kerntemperatuur; bevat het regelcentrum die de norm voor de kerntemperatuur bewaakt.
insuline
Hormoon uit de alvleesklier; stimuleert de opname van glucose in cellen en in cellen en spieren in een lever en spieren de omzetting van glucose in glycogeen.
interne milieu
De inhoud van het lichaam, die geen direct contact heeft met de buitenwereld. Bestaat uit cellen, bloed, weefselvloeistof en lymfe.
interpleurale ruimte
ruimte tussen longvlies en borstvlies (de pleura), gevuld met een dunne laag vloeistof
kapsel van Bowman
bolvorming beginstuk van een nefron
kerntemperatuur
de temperatuur in het centrale deel van je lichaam, waar de vitale organen liggen
kieuwen
systeem voor gaswisseling bij bijvoorbeeld vissen
kleine borstspier
ademhalingsspier betrokken bij diepe inademing
koorts
verhoging van de lichaamstemperatuur tot boven de 41 °C
koudereceptor
Receptor die een temperatuurverlaging registreert.
leverlobje
functionele eenheid van de lever
lipoproteïnen
vetachtige stoffen, voorzien van een eiwitmantel
lis van Henle (lus van Henle)
dalend en stijgend deel van een nierbuisje; verbonden via een 'haarspeldbocht'
longblaasjes (alveoli)
'zakjes' van dekweefsel; zelfde in de longen gevuld met lucht aan het einde van een bronchiole
longemfyseem
Een aandoening waarbij veel longblaasjes kapot zijn met als gevolg kortademigheid. De oorzaak is meestal roken.
longvlies
vlies van een enkele laag platte cellen rondom de longen
middenrifspieren
spieren van het middenrif, een koepelvormige scheidingswand tussen borst- en buikholte
nefron
Functionele eenheid in de nieren, filtert het bloed en maakt urine.
negatieve terugkoppeling
Proces dat de afwijking van de norm tegengaat.
nekspieren
bepaalde spieren van de nek, als ademhalingsspieren betrokken bij diepe ademhaling
neusslijmvlies
slijmvlies aan de binnenkant van je neus
nierbekken
Plaats waar de gevormde urine terechtkomt. Via de urineleider komt de urine in de urineblaas.
nierbuisje (niertubulus)
Onderdeel van het nefron; bestaat uit het kapsel van Bowman, een eerste gekronkelde deel, de lis van Henle en een tweede gekronkelde deel.
niermerg
laag van de nieren
nierschors
buitenste laag van de nieren
norm
instelling die (fysiologische) waarde, bijvoorbeeld lichaamstemperatuur, op 37 °C houdt
O2-concentratie
de hoeveelheid O2 per liter (weergegeven als pO2 = zuurstofspanning)
onderkoeling
een daling van de lichaamstemperatuur tot onder de 36 °C
pneumothorax
(klaplong) longvlies en borstvlies laten van elkaar los, waardoor de long inklapt.
poortader
Ader die bloed met verteringsproducten uit maag en darmen en bloed uit alvleesklier en milt naar de lever vervoert.
reabsorptie
zie terugresorptie
receptor
Een zintuig dat een waarde in het lichaam meet, bijvoorbeeld de temperatuur.
regelcentrum
Spil van een regelkring, bewaakt de norm van een fysiologische waarde en stuurt effectoren aan.
regelkring
Voorkomt grote afwijkingen van de norm. Bestaat uit receptoren, een regelmechanisme waaraan de norm is gekoppeld en effectoren.
renine
Hormoon van de nieren dat in het bloed leidt tot de omzetting van angiotensinogeen uit de lever in angiotensine I.
restvolume (Vrest)
de hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft bij een zo diep mogelijke uitademing
schiltemperatuur
de temperatuur in de buitenste lagen, buiten de vitale organen van het lichaam
sinusoïden
Speciale bloedruimtes in de lever, waar bloed uit de leverslagader en poortader samenkomen.
slijmvlies
Een dunne laag cellen in de luchtwegen die een kleverig slijm maakt en trilhaarcellen bevat.
symport
gecombineerd transport (cotransport) van twee stoffen door een membraan in dezelfde richting
tegenstroomprincipe
Principe waarbij twee vloeistoffen die tegengesteld aan elkaar stromen bijdragen aan een constante concentratiegradiënt.
temperatuurcentrum
Spil van de temperatuurregeling, bewaakt de norm van de lichaamstemperatuur en stuurt zo nodig de effectoren aan.
terugresorptie (reabsorptie)
het terughalen van bruikbare stoffen uit de voorurine naar het bloed
totale capaciteit
de totale hoeveelheid lucht in de longen
tracheeën
systeem voor gaswisseling bij bijvoorbeeld insecten
transaminering
het ombouwen van aminozuren in andere aminozuren
trilhaarcellen
Cellen met fijne uitlopers, cilia (trilharen) in de binnenbekleding van je luchtwegen; transporteren slijm met daarin vastgeplakte deeltjes naar de keelholte.
tweede gekronkelde nierbuisje
tweede deel van het nierbuisje vanaf de lis van Henle tot aan het verzamelbuisje
ultrafiltratie
Vorming van de voorurine uit het bloedplasma in de glomerulus door de bloeddruk.
ureum
afvalstof die ontstaat bij deaminering
urine
Eindproduct van de urinevorming, ontstaat uit voorurine en bevat onder andere afvalstoffen, zouten en water.
urineblaas
opslagplaats van urine
urinebuis
afvoerbuis van de urineblaas
urineleider
verbinding tussen het nier(bekken) en de urineblaas
ventilatiebewegingen
spierbewegingen betrokken bij het verversen van lucht in je longen
verzamelbuisjes
Buisjes in de nieren waarop nierbuisjes uitmonden. Voeren de urine naar het nierbekken.
vitale capaciteit (VVC)
De maximale hoeveelheid lucht die je na een maximale inademing kunt uitademen, het maximale ademvolume
voorurine
Filtraat van het bloedplasma, ontstaat in het kapsel van Bowman aan het begin van het nefron.
warmtereceptor
Receptor die een temperatuurstijging registreert.
wet van Fick (n = DA*dc/dx)
Benoemt de factoren die een rol spelen bij de gaswisseling. De diffusiesnelheid is evenredig is met het diffusieoppervlak, het concentratieverschil tussen de vloeistoffen van het diffusieoppervlak, het diffusiemedium en de temperatuur en omgekeerd evenredig met de diffusieafstand.
Hoi Gast!