frans paragraaf 2
9keer geoefend
Woorden in deze lijst (59)
Origineel
- aimer
- houden van
- préférer
- liever hebben
- adorer
- dol zijn op
- détester
- een hekel hebben aan
- mais
- maar
- qoui
- wat
- et
- en
- je prends
- ik neem
- manger
- eten
- la pizza
- de pizza
- le crêpe
- de pannenkoek
- le pain
- het brood
- la tomate
- de tomaat
- le chocolat
- de chocola
- le thé
- de thee
- le coca
- de cola
- avec
- met
- après
- na, daarna
- aussi
- ook
- d'accord
- oke
- ce soir
- vanavond
- acheter
- kopen
- préparer
- voorbereiden, maken
- tu veux
- je wilt
- le repas
- de maaltijd
- le beurre
- de boter
- l' ognon m
- de ui
- bon, bonne
- lekker
- le fromage
- de kaas
- l'œuf m
- het ei
- le légume
- de groenten
- la viande
- het vlees
- l'enfant m/
v - het kind
- le rendez-vous
- de afspraak
- le problème
- het probleem
- demain
- morgen
- célèbre
- beroemd
- maintenant
- nu
- aider
- helpen
- chercher
- zoeken
- trouver
- vinden
- regarder
- kijken (naar)
- demander
- vragen
- parler
- praten
- possible
- mogelijk
- dans
- in
- marcher
- lopen
- entrer
- binnenkomen
- rester
- blijven
- l'argent m
- het geld
- j'ai faim
- ik heb honger
- la boulangerie
- de bakkerij
- le magasin
- de winkel
- le vêtement
- het kledingstuk
- le croissant
- de croissant
- le pain au chocolat
- het chocoladebroodje
- la baguette
- het stokbrood
- fou/
folle de - gek op
- le (super)marché
- de (super)markt