Na klar! - 4 HAVO - Kapitel 2 Natur Pur - Schreib mal! - Redemittel
Woorden in deze lijst (34)
Origineel
- Hoeveel kamers heeft de woning?
- Wie viele Räume hat die Wohnung?
- Het huis bevindt zich op een hoek.
- Das Haus befindet sich an einer Ecke.
- Het uitzicht is heel mooi.
- Die Aussicht ist sehr schön.
- Ik zou graag iets over mijn woonplaats willen vertellen.
- Ich möchte gerne etwas über meinen Wohnort erzählen.
- Naar het stadscentrum is het 10 minuten lopen.
- Zum Stadtzentrum sind es 10 Minuten zu Fuß.
- Wij hebben een gezinswoning met tuin.
- Wir haben ein Einfamilienhaus mit Garten.
- Woon jij op een boerderij op het platteland?
- Wohnst du auf einem Bauernhof auf dem Land?
- Het appartement is erg gezellig ingericht.
- Die Wohnung ist sehr gemütlich eingerichtet.
- In deze wijk zijn veel drukke straten.
- In diesem Viertel gibt es viele belebte Straßen.
- Het twee-onder-een-kap huis heeft geen balkon.
- Die Doppelhaushälfte hat keinen Balkon.
- De kosten voor stroom, water en verwarming zitten al in de huur.
- Die Kosten für Strom, Wasser und Heizung sind in der Miete enthalten.
- Er is een keuken, een woonkamer en een slaapkamer.
- Es gibt eine Küche, ein Wohnzimmer und ein Schlafzimmer.
- In de badkamer is er een bad.
- Im Badezimmer gibt es eine Badewanne.
- Het appartement is nieuw gemeubileerd.
- Die Wohnung ist neu möbliert.
- In de woonkamer is er een bank, een bureau, een boekenkast en een tapijt.
- Im Wohnzimmer gibt es ein Sofa, einen Schreibtisch, einen Bücherschrank und einen Teppich.
- Aan de muur hangt een spiegel.
- An der Wand hängt ein Spiegel.
- In de keuken staat een wasmachine.
- In der Küche steht eine Waschmaschine.
- Het huis ligt in het stadsdeel Zuid.
- Das Haus liegt im Stadtteil Süd.
- Het winkelcentrum is dichtbij.
- Das Einkaufszentrum ist in der Nähe.
- Huisdieren zijn niet toegestaan.
- Haustiere sind nicht erlaubt.
- De meubels zijn licht.
- Die Möbel sind hell.
- Wat voor verwarming heeft het huis?
- Was für eine Heizung hat das Haus?
- Het appartement bevindt zich op de derde verdieping.
- Die Wohnung befindet sich im dritten Stock.
- Het rijtjeshuis is 100 vierkante meter groot.
- Das Reihenhaus ist 100 Quadratmeter groß.
- Is de huur van 200 euro in- of exclusief verwarming?
- Ist die Miete 200 Euro kalt oder warm?
- Er is een lift.
- Es gibt einen Aufzug.
- Het huis heeft geen kelder.
- Das Haus hat keinen Keller.
- De huur is niet erg hoog, ze is laag.
- Die Miete ist nicht sehr hoch, sie ist niedrig.
- Wat zou jij mij aanraden?
- Was würdest du mir raten?
- Ik zou deze kamer huren.
- Ich würde dieses Zimmer mieten.
- Het zou beter zijn als je nog om informatie vraagt.
- Es wäre besser, wenn du noch um Informationen bitten würdest.
- Bel liever vooraf op.
- Ruf lieber vorher an.
- Ik raad je aan nog eens erover na te denken.
- Ich rate dir, dir das noch mal zu überlegen.
- Zal ik het huurcontract ondertekenen?
- Soll ich den Mietvertrag unterschreiben?
