Chapter 4 NO PLACE LIKE HOME - Stones - 12 Talking about what someone is doing
Woorden in deze lijst (9)
Origineel
- What are you doing right now?
- Wat ben je nu aan het doen?
- I’m trying to find my keys.
- Ik probeer mijn sleutels te vinden.
- I’m taking the bus to meet up with friends.
- Ik neem de bus om met vrienden af te spreken.
- I’m cycling to the shopping centre to pick up a birthday cake.
- Ik fiets naar het winkelcentrum om een verjaardagstaart op te halen.
- She is finishing her homework in the living room.
- Ze is haar huiswerk aan het afmaken in de woonkamer.
- Is Manish doing the dishes?
- Is Manish de afwas aan het doen?
- Are they cooking dinner?
- Zijn zij aan het koken?
- No, he isn’t. He’s tidying the garage.
- Nee. Hij is de garage aan het opruimen.
- Yes, they are. They’re cooking in the kitchen.
- Ja. Ze zijn in de keuken aan het koken.