2 AARDE Klimaat en landschap

2 AARDE Klimaat en landschap

Woorden in deze lijst (55)

aardbeving
Trilling van de aardkost als gevolg van interne verschuivingen.
aardverschuiving
Beweging van stukken grond onder invloed van de zwaartekracht, kan in gang gezet worden door een aardbeving.
afspoeling
Bodemerosie van de bovenste laag van een bodem.
aride zone
Landschapszone gekenmerkt door een lage hoeveelheid neerslag, waardoor woestijn en steppe overheersen.
atmosferische circulatie
Algemeen systeem van luchtstromen op aarde en de daarbij behorende lage- en hogedrukgebieden.
biologische landbouw
Vorm van landbouw waarbij zo veel mogelijk met natuurlijke middelen wordt gewerkt.
boreale zone
Landschapszone gekenmerkt door grote verschillen in temperatuur tussen zomer en winter, waarbij de winters koud zijn. Er groeit hier hoofdzakelijk naaldwoud.
corioliseffect
Het effect dat luchtstromen een zijdelingse afwijking krijgen door de draaiing van de aarde. Op het noordelijk halfrond naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links.
drainage
Het afvoeren van water.
druppelirrigatie
Systeem waarbij minimale hoeveelheden irrigatiewater met slangen of buizen naar de gewassen worden gebracht.
duurzaam landgebruik
Landgebruik gericht op behoud van de kwaliteit van de bodem.
dynamisch systeem
Een systeem dat voortdurend in verandering is.
effusieve eruptie
Rustige vulkaanuitbarsting.
erosie
Het meenemen van los materiaal door wind, water en ijs.
explosieve eruptie
Heftige vulkaanuitbarsting.
gematigde zone
Landschapszone gekenmerkt door milde winters, koele zomers en voldoende vocht, waardoor er loofbossen groeien. Momenteel dichtbevolkt en in hoge mate in gebruik door de landbouw.
geofactoren
Factoren die bij analyse van een landschap naar voren komen als bepalend. Hiertoe behoren: ondergrond (gesteente en reliëf), klimaat, de mens, bodem, water, lucht, plantenwereld en dierenwereld.
geulerosie
Bodemerosie die zo ver gevorderd is dat er geulen worden gevormd.
grote windsystemen
Zie atmosferische circulatie.
intensiteit van de neerslag
Snelheid waarmee de regendruppels vallen.
intertropische convergentiezone (ITCZ)
Stabiel lagedrukgebied rond de evenaar waar het warm is en door opstijgende lucht veel buien voorkomen.
irrigatie
Het opbrengen van water om natuurlijke vochttekorten te verminderen.
irrigatielandbouw
Landbouw waarbij water wordt opgebracht om natuurlijke vochttekorten te verminderen.
klimaatclassificatie
Bedacht systeem om klimaattypen te onderscheiden.
klimaatfactoren
Oorzaken voor klimaatverschillen.
klimaatgebied
Groot gebied met sterke overeenkomsten in klimaat.
klimaatverandering
geleidelijke of abrupte verandering in het klimaat als gevolg van natuurlijke processen en/of menselijk handelen.
Köppen
Duitse klimatoloog en botanicus die een beroemde klimaatclassificatie ontwierp.
koude zeestroom
Zeestroom die afkomstig is uit een kouder gebied.
landdegradatie
Afname van de kwaliteit van de bodem of ondergrond door processen als versnelde bodemerosie en verzilting.
landschapzone
Groot gebied met sterke overeenkomsten in landschap.
mediterrane landbouw
Landbouw die is aangepast aan de zomerse droogte van het Middellandse Zeegebied.
mediterrane vegetatie
Vegetatie die is aangepast aan de zomerse droogte van het Middellandse Zeegebied.
Middellandse Zeeklimaat
Klimaat met een milde winter en een hete, droge zomer.
moesson
Wind die van de subtropische hogedrukgebieden richting de evenaar waait, die vervolgens kruist en van richting verandert. Op het noordelijk halfrond komt de moesson uit het zuidwesten, op het zuidelijk halfrond uit het noordwesten.
oceanische circulatie
Algemeen systeem van zee- en oceaanstromen op aarde.
ontbossing
Verwijdering van bos, waarna de vrijgekomen grond voor onbepaalde tijd voor andere doeleinden, meestal landbouw, wordt gebruikt.
overbeweiding
Het laten grazen van te veel vee, waardoor de vegetatie zich onvoldoende kan herstellen.
passaat
Wind die van de subtropische hogedrukgebieden [30° N.B. en Z.B.] richting de evenaar waait. Op het noordelijk halfrond komt deze uit het noordoosten, op het zuidelijk halfrond uit het zuidoosten.
polaire zone
Landschapszone rond de polen met ijskappen, gletsjers en toendra.
schildvulkaan
Platte vulkaan opgebouwd uit lava.
sedimentatie
Het neerleggen van sediment door water, wind en ijs.
stratovulkaan
Kegelvormige vulkaan opgebouwd uit laagjes lava en as.
subtropische zone
Landschapszone op de overgang van aride en gematigde zones, vaak gekenmerkt door droogtetolerante vegetatie.
tropische zone
Landschapszone rond de evenaar, gekenmerkt door tropisch regenwoud, savanne en tropische landbouw.
variabiliteit in neerslag
Mate waarin neerslaghoeveelheden verschillen, in dit hoofdstuk van jaar tot jaar.
versnelde bodemerosie
Wegspoelen of wegwaaien van bodemdeeltjes doordat de mens de vegetatie verstoord heeft.
verwering
Het geleidelijk uiteenvallen van gesteente onder invloed van allerlei externe factoren, zoals het uitzetten en krimpen van gesteente door temperatuurverschillen, plantenwortels, gravende dieren en allerlei chemische processen.
verwoestijning
Proces van landdegradatie in relatief droge gebieden, waardoor opnieuw ontkiemen van planten ernstig bemoeilijkt wordt.
verzilting
Ophoping van zout in onder andere slecht gedraineerde irrigatiegebieden.
warme zeestroom
Zeestroom die afkomstig is uit een warmer gebied.
waterbalans
Neerslag min verdamping.
wet van Buys Ballot
Het effect dat luchtstromen een zijdelingse afwijking krijgen door de draaiing van de aarde. Op het noordelijk halfrond naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links. Ook wel corioliseffect.
zeestroom
Dynamische stroming op zee, vaak in de richting van de overheersende wind en daardoor aangedreven.
zone van equatoriale lage luchtdruk
Stabiel lagedrukgebied rond de evenaar waar het warm is en door opstijgende lucht veel buien voorkomen. Ook wel intertropische convergentiezone (ITCZ).
Hoi Gast!