ZugSpitze - HAVO(V) - Textarbeitsbuch 4 - Schritt 34 - Redemittel
Woorden in deze lijst (6)
Origineel
- Met wie vieren jullie Kerst/
Pasen/ Oud en Nieuw/ het Suikerfeest?  - Mit wem feiert ihr Weihnachten/
Ostern/ Silvester/ das Zuckerfest?  - Zullen we aanstaande zaterdag je verjaardag vieren?
 - Wollen wir kommenden Samstag deinen Geburtstag feiern?
 - Weet jij, wat er allemaal nog moet worden gedaan?
 - Weißt du, was alles noch gemacht werden muss?
 - Waar gaat het feestje plaatsvinden?
 - Wo wird die Party stattfinden?
 - Zal ik de boodschappen doen?
 - Soll ich die Einkäufe machen?
 - Kan je onze vrienden en vriendinnen uitnodigen?
 - Kannst du unsere Freunde und Freundinnen einladen?