Na klar! - 3 VMBO-KGT - Endlich Ferien - Les 3 Wie bitte? - Redemittel
Woorden in deze lijst (10)
Origineel
- Wanneer komt de trein uit Mainz aan?
- Wann kommt der Zug aus Mainz an?
- Het spijt me, ik heb het niet begrepen. Vertrekt de trein van spoor 4 of 14?
- Tut mir leid, ich habe es nicht verstanden. Fährt der Zug von Gleis 4 oder 14 ab?
- Pardon, moet ik hier overstappen?
- Entschuldigung, muss ich hier umsteigen?
- Kunt u mij de weg naar het station uitleggen?
- Können Sie mir den Weg zum Bahnhof erklären?
- Kunt u iets langzamer spreken? Ik begrijp u niet.
- Können Sie etwas langsamer sprechen? Ich verstehe Sie nicht.
- De trein komt om kwart over twee aan.
- Der Zug kommt um Viertel nach zwei an.
- De trein vertrekt van spoor 15.
- Der Zug fährt von Gleis 15 ab.
- Ja. U moet in Keulen overstappen.
- Ja. Sie müssen in Köln umsteigen.
- Natuurlijk. Ga hier rechtdoor en sla bij de tweede straat rechtsaf.
- Na klar. Gehen Sie hier geradeaus und biegen Sie die zweite Straße rechts ab.
- Ja. Dus, bij het stoplicht links afslaan.
- Ja. Also, an der Ampel links abbiegen.