woorden 2.1
1keer geoefend
Woorden in deze lijst (25)
Origineel
- affect (to)
- raken/
beïnvloeden - barn
- schuur
- blanket
- deken
- cause (to)
- veroorzaken
- continue (to)
- doorgaan/
verder gaan - corner
- hoek
- crash (to)
- te pletter vallen/
ineenstorten - crop
- gewas
- cyclone
- orkaan/
cycloon - emergency
- noodsituatie
- eyewitness
- ooggetuige
- fact
- feit
- first aid kit
- EHBO-set
- hit (to) – hit – hit
- treffen – trof(fen) – getroffen
- injure (to)
- verwonden
- loss
- verlies
- millions
- miljoenen
- noise
- geluid
- prepare (to)
- voorbereiden
- result in (to)
- tot gevolg hebben
- severe
- hevig/
zwaar - shake (to) – shook – shaken
- schudden – schudde(n) – geschud
- torch
- zaklantaarn
- warn (to)
- waarschuwen
- whistle
- fluitje