New Interface - 1 havo/vwo - Animals - Speaking - Phrases

Woorden in deze lijst (24)

Origineel

Doesn't the pet shop shut at half past five?: Gaat de dierenwinkel niet dicht om half zes?
No, it's open until 6 pm.: Nee, hij is open tot zes uur.
This is only going to take five minutes!: Dit duurt maar vijf minuten!
I often go there at the end of the day.: Ik ga er vaak aan het einde van de dag naartoe.
Meet me at the shop at 9.55 am.: Kom om vijf voor tien naar de winkel.
Watch out, Noah! Rabbits can bite.: Pas op Noah! Konijnen kunnen bijten.
Never put a snake around your neck!: Doe nooit een slang om je nek!
Look out, Pippa! The snake is trying to escape.: Kijk uit Pippa! De slang probeert te ontsnappen.
Mind the road!: Let op de weg!
You shouldn't park here.: Je mag hier niet parkeren.
Shouldn't he have something to eat?: Moet hij niet iets eten?
The vet says we shouldn't overfeed him.: De dierenarts zegt dat we hem niet te veel mogen voeren.
We couldn't have a snake in the house.: We zouden geen slang in huis kunnen hebben.
Where should I meet you?: Waar zal ik je ontmoeten?
You could come and watch.: Je zou kunnen komen kijken.
He stays in his hutch most of the time.: Hij blijft meestal in zijn hok.
How often do you clean the tank?: Hoe vaak maak je het terrarium schoon?
I clean it every day.: Ik maak het elke dag schoon.
How often does she eat?: Hoe vaak eet ze?
She eats three times a week.: Ze eet drie keer per week.
He eats more than the other rabbits.: Hij eet meer dan de andere konijnen.
A rabbit is cuddlier than a snake.: Een konijn is aaibaarder dan een slang.
He's more nervous than the others.: Hij is nerveuzer dan de anderen.
A goldfish is more boring than a rabbit.: Een goudvis is saaier dan een konijn.