Neue Kontakte - Deutschbuch A - ESSEN - 1-2 vwo - Wortschatz
Woorden in deze lijst (62)
Origineel
- het bord
- der Teller
- de dorst
- der Durst
- de honger
- der Hunger
- de koffie
- der Kaffee
- de lepel
- der Löffel
- de peper
- der Pfeffer
- de rijst
- der Reis
- de sinaasappelsap
- der Orangensaft
- de suiker
- der Zucker
- de taart
- der Kuchen
- de thee
- der Tee
- het toetje
- der Nachtisch
- de cola
- die Cola
- de fles
- die Flasche
- het kopje
- die Tasse
- de menukaart
- die Speisekarte
- de rekening
- die Rechnung
- de saus
- die Soße
- de jus
- die Soße
- de slagoorm
- die Sahne
- de soep
- die Suppe
- de vork
- die Gabel
- het avondeten
- das Abendessen
- het bestek
- das Besteck
- het eten
- das Essen
- het glas
- das Glas
- het ijs
- das Eis
- het mes
- das Messer
- het middagmaal
- das Mittagessen
- het ontbijt
- das Frühstück
- het restaurant
- das Restaurant
- de schnitzel
- das Schnitzel
- het water
- das Wasser
- het zout
- das Salz
- de aardappelen
- die Kartoffeln
- de pasta
- die Nudeln
- de patat/
friet - die Pommes
- bestellen
- bestellen
- drinken
- trinken
- eten
- essen
- nemen
- nehmen
- smaken
- schmecken
- genoeg
- genug
- heet
- heiß
- koud
- kalt
- scherp/
pikant - scharf
- warm
- warm
- zoet
- süß
- zuur
- sauer
- erbij
- dazu
- zonder
- ohne
- alstublieft
- bitte
- dank u wel
- danke
- Eet smakelijk!
- Guten Appetit!
- Neemt u mij niet kwalijk!
- Entschuldigen Sie bitte!
- Pardon!
- Entschuldigung!
- de sla
- der Salat
- de vis
- der Fisch
- de wortel
- die Karotte
- het fruit
- das Obst
- de groente
- das Gemüse
- het vlees
- das Fleisch