Nectar - 5 vwo - Hoofdstuk 15 - Kwetsbare ecosystemen

Nectar - 5 vwo - Hoofdstuk 15 - Kwetsbare ecosystemen

Woorden in deze lijst (30)

adaptatie
een verandering in de leefwijze van een soort, vaak gekoppeld aan een mutatie van het DNA
anorganische stoffen
Stoffen zonder C-H-verbindingen, komen vrij in de natuur voor.
biobrandstof
Brandstof afkomstig van plantaardige producten, die hiervoor apart zijn geteeld.
biodiversiteit
het aantal soorten, en de relaties tussen die soorten en de genetische verscheidenheid in een bepaald gebied.
biologische reiniging
afbraak van organische stoffen door bacteriën
chemo-autotrofe organismen
Organismen die met behulp van energie uit oxidaties van anorganische stoffen organische stoffen maken uit anorganische stoffen.
chemosynthese
Het opbouwen van organische stoffen uit anorganische met behulp van energie die vrijkomt bij een chemische reactie met anorganische stoffen.
denitrificerende bacteriën
Bacteriën die NO3- omzetten in N2-gas.
duurzame voedselproductie
een manier van voedsel produceren zonder schade aan het milieu
ecosysteem
een begrensd gebied met een wisselwerking tussen de organismen onderling (biotische factoren) en hun omgeving (abiotische factoren)
eilandtheorie
Beschrijft het verband tussen de biodiversiteit en factoren als de grootte van een eiland en de afstand die organismen moeten afleggen om er te komen.
exoten
Soorten afkomstig uit een ander gebied die zich vestigen in een ecosysteem.
extremofielen
Organismen die leven onder extreme omstandigheden.
fitness
het vermogen om bepaalde allelen door te geven aan de volgende generatie
flessenhalseffect (bottleneck-effect)
Een verandering in allelfrequenties na een epidemie, brand of andere ramp waarbij het aantal individuen/allelen sterk is afgenomen.
foto-autotrofe organismen
Organismen die met behulp van lichtenergie organische stoffen maken uit anorganische stoffen.
fotosynthese
Proces waarmee planten (en sommige bacteriën) met behulp van zonlicht energierijke C6H12O6 (glucose) maken uit CO2 en H2O
founder effect
Bij kolonisatie is de allelensamenstelling van de nieuwe populatie minder gevarieerd dan de allelensamenstelling van de oorspronkelijke populatie.
gradiëtecosysteem
Ecosysteem met geleidelijke veranderingen van soortensamenstelling en milieufactoren dat zorgt voor grote biodiversiteit.
heterotrofe organismen
Organismen die voor hun organische stoffen afhankelijk zijn van hun voedsel, de consumenten en reducenten in een ecosysteem.
inteelt
Kruisen van nauwverwante dieren, waarbij afwijkingen kunnen ontstaan.
invasieve exoot
Een soort die oorspronkelijk niet in een gebied voorkomt, maar zich nu snel vermeerdert en een ernstige verstoring teweegbrengt in het ecosysteem.
microklimaat
Klimaatomstandigheden die gelden voor (een deel van) een ecosysteem en afwijken van het klimaat in de rest van het gebied, bijvoorbeeld het microklimaat in een stad.
nitraatbacteriën
Chemo-autotrofe bacteriën die energie halen uit de oxidatie van NO2- tot NO3-.
nitrietbacteriën
Chemo-autotrofe bacteriën die energie halen uit de oxidatie van NH4+ tot NO2-.
organische stoffen
Stoffen met het element C waaraan H-atomen gekoppeld zijn, gemaakt door een organisme.
plaagorganismen
Planten of dieren die schadelijk of ongewenst zijn.
producenten
Organismen aan het begin van een voedselketen die energie vastleggen in organische verbindingen vanuit anorganische stoffen.
recycling
hergebruik van de grondstoffen
reducenten
Organismen aan het eind van de voedselketen die leven van gestorven organismen en hun organische afvalproducten.
Hoi Gast!