Na klar! 3 VMBO-GT B - Köln - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel

Na klar! 3 VMBO-GT B - Köln - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel

Woorden in deze lijst (12)

In wat voor huis woon je?
In was für einem Haus wohnst du?
Ik woon in een appartement.
Ich wohne in einer Etagenwohnung/Wohnung.
Ik woon in een twee-onder-één-kapwoning.
Ich wohne in einem Doppelhaus.
Hoeveel kamers zijn er?
Wie viele Zimmer gibt es?
Drie: een woonkamer en twee slaapkamers.
Drei: ein Wohnzimmer und zwei Schlafzimmer.
Zes: onder andere een werkkamer en een eetkamer.
Sechs: unter anderem ein Arbeitszimmer und ein Esszimmer.
Hoe ziet de keuken eruit?
Wie sieht die Küche aus?
De keuken is groot en gezellig.
Die Küche ist groß und gemütlich.
De keuken is tamelijk klein en erg modern.
Die Küche ist ziemlich klein und sehr modern.
Heb je een eigen kamer, of deel je een kamer?
Hast du ein eigenes Zimmer, oder teilst du eins?
Ja, mijn kamer is op de eerste verdieping.
Ja, mein Zimmer ist im ersten Stock.
Nee, ik deel een kamer met mijn broer.
Nein, ich teile ein Zimmer mit meinem Bruder.
Hoi Gast!