alle woorden frans toetsweek 1
21keer geoefend
Woorden in deze lijst (87)
Origineel
- a plus
- tot later
- joli
- mooi,leuk
- et
- en
- avec
- met
- chouette
- leuk
- le tennis
- tennis
- l' ville
- de stad
- le prenom
- de voornaam
- comment
- hoe
- presenter
- voorstellen
- moi
- ik
- le jardin
- de tuin
- il s' appelle
- hij heet
- la maison
- het huis
- tres
- heel, erg
- la france
- Frankrijk
- je te presente
- ik stel je voor
- pres de
- dichtbij
- au revoir
- tot ziens
- classe
- de klas
- maintenant
- nu
- la nationalite
- de nationaliteit
- la piscine
- het zwembad
- le hobby
- hobby
- la minute
- de minuut
- l' adresse
- het adres
- la fille
- het meisje
- ca va
- hoe gaat het
- j' habite
- ik woon
- super
- geweldig
- francais
- frans
- monsieur
- meneer
- le college
- de middelbare school(klas 1, 2, 3)
- ils sont
- zij zijn(m)
- tu es
- jij bent
- elles sont
- zij zijn(v)
- madame
- mevrouw
- le garcon
- de jongen
- la rue
- de straat
- le bus
- de bus
- voila
- daar is, daar zijn
- loin
- ver
- la mer
- de zee
- neerlandais
- nederlands
- merci
- bedankt
- et toi
- en jij
- grand
- groot
- etre
- zijn
- ca va bien
- het gaat goed
- bonjour
- dag
- vous etes
- jullie zijn, u bent
- on est
- wij zijn, men is
- l' ecole
- de school
- non
- nee
- le pays
- het land
- je suis
- ik ben
- sympa
- aardig
- voici
- hier is, hier zijn
- qui
- wie
- ou
- of
- il y a
- er is, er zijn
- nous sommes
- wij zijn
- l'ami
- de vriend
- oui
- ja
- dans
- in
- salut
- hoi
- ou
- waar
- elle est
- zij is
- l' appartement
- het appartement
- je m' appelle
- ik heet
- le quartier
- de wijk
- sportif
- sportief
- bien
- goed
- regarde
- kijk
- en qinquieme
- in de brugklas
- le nom de famille
- de achternaam
- de
- van
- il est
- hij is
- l' age
- de leeftijd
- mais
- maar
- aussi
- ook
- nouveau, nouvelle
- nieuw
- c' est
- het is
- alors
- dan, dus
- la-bas
- daar, daarginds
- le/la meme
- dezelfde, hetzelfde
- petit
- klein
