1 begrippen | De lage landen bij de zee

Woorden in deze lijst (37)

Origineel

afbraak van de kust: Aantasting van een deel van de kust, al dan niet beïnvloed door menselijk ingrijpen.
bodemdalingen: Vervaging van de hoogte van het maaiveld, een rivierbed of de zeespiegel.
bolwerkvorming: Proces waarin de kust dicht aan zee wordt bebouwd en haar flexibiliteit verliest.
Deltafonds: Geldreserve in de Rijksbegroting met behulp waarvan ook in de toekomst de waterveiligheid en Nederland worden verzekerd.
Deltaprogramma: Een plan opgesteld door de Tweede Deltacommissie om Nederland te beschermen tegen overstromingen en een tekort aan zoet water.
Deltawet: Wet uit 1958 die was gericht op de uitvoering van de Deltawetken, zoals afstemming van de zeearmen tussen de Westerschelde en de Nieuwe Waterweg en de versterking van de hoogwaterkeringen ter bevordering van Nederland tegen stroomvelden.
Deltawaterveiligheid en zoetwatervoorziening (2011): Nederlandse wet die de bescherming tegen overstromingen en de zorg voor zoetwatervoorziening in relatie tot de verwachte klimaatverandering moet waarborgen.
doodtij: Getijde-instantie op zee waarbij het verschil tussen hoog- en laagwater minimaal is.
duin: Door de wind gevormde zandheuvel aan de landzijde van het droge strand
Dynamische handhaving: Vorm van kustbescherming waarbij de kustlijn binnen een bepaalde bandbreedte mag bewegen (basiskustlijn), zodat water en wind vrij spel hebben,
eb: Daling van de waterspiegel op zee, in een estuarium en in een groot meer ten gevolge van getijbeweging.
estuarium: Trekvormende riviermonding waar zoet rivierwater en zout zeewater zich mengen.
getijdenstroming: Watersbeweging die het gevolg is van de afwisseling van eb en vloed.
harde kust: Door de mens aangelegde en onderhouden gelegenheid, die in principe gedeeltelijk bestaat uit bouwwatermaal, zoals rots, basalt en asfalt.
integraal waterbeleid: Samenhangend beleid dat betrekking heeft op het gebied van waterveiligheid en watervoorziening.
klimaatverandering: Verandering van de gemiddelde temperatuur van de aarde gedurende een zeer lange periode die van natuurlijke of menselijke oorzaken.
kustprotection: Voortdurende verandering van de kustlijn onder invloed van natuurlijke en menselijke factoren.
Nationale Waterplan: Uiterlijk van het Deltaprogramma, gericht op duurzame veiligheid en zoetwatervoorziening.
neerslagregime: Verdeling van de hoeveelheid neerslag over een bepaalde periode.
opbouw van de kust: Aangroei van een deel van de kust, al dan niet geholpen door menselijk ingrijpen.
hoogwaterbescherming: De mate waarin de inwoners van een gebied zich bewust zijn van de natuurlijke gevaren die hen omringen en welk risico daarbij lopen, in dit geval overstromingsgevaar.
overstromingsrisicobewustzijn: De mate waarin de inwoners van een gebied zich bewust zijn van de natuurlijke gevaren die hem omringen en welk risico ze daarbij lopen in dit geval overstromingsgevaar.
primaire waterkering: Een dijk, dijk, dam of ander object dat de inwoners van een gebied (een dijkring) beschermt tegen buitenwater.
Rijkswaterstaat: De overheidsdienst die het beleid (van het ministerie van Infrastructuur en Milieu) uitvoert op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid in Nederland.
slufter: Zoute of brakke duinvallei die in open verbinding staat met de zee, zodat zout water onder invloed van het getij kan binnentromen.
springtij: Getijensituatie van extreem hoog water op zee als gevolg van het samenvallen van de aantrekkingskracht van de zon en de maan.
Tweede Deltacommissie: Staatscommissie (2008) die de overheid moest adviseren over de gevolgen voor de Nederlandse kust van de verwachte zeespiegelstijging, de afvoer van de grote Nederlandse rivieren en andere klimatologische en maatschappelijke ontwikkelingen in de komende eeuw, en welke duurzame oplossingen er mogelijk zijn.
vloed: Stijging van de waterspiegel op zee, in een estuarium of in een groot meer ten gevolge van de getijbeweging.
wad: Gebied dat onder invloed staat van een groot getijenverschil en waarvan bij eb grote oppervlakten droogvallen en dat bij vloed onder water loopt.
waterschap: Regionale overheidsinstantie die zorg voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Heeft ook heemraadschap.
wind: Luchtstroming die wordt veroorzaakt door drukverschillen in de atmosfeer. Is een belangrijke factor bij de opbouw en de afbraak van de kust.
zachte kust: Kuststrook die (grotendeels) door de natuur is gevormd, zoals duinen.
Zandmotor: Een experimentele manier van kustbescherming en kustonderhoud in de vorm van een aangelegde zandvlakte voor kust, waarbij de natuur helpt bij de bescherming tegen de zee.
zandsuppletie: Kunstmatig aanbrengen van zand op strand of onderwater om de gevolgen van kusterosie (uitspoeling of afslag) te herstellen.
zeedijk: Door de mens aangelegde wal om het land te beschermen tegen de zee.
zeespiegelstijging: Een langdurige verhoging van het zeeniveau net als voornaamste oorzaak de opwarming van het klimaat.
zeestroming: Zoutwaterstroming in de zee ten gevolge van getijdenwerking, opstijging door de wind, dichtheidsverschillen of golfwerking.