Nederlands - Duits woordenlijst
Woorden in deze lijst (15)
Origineel
- het amusement
- die Unterhaltung
- geërgerd
- genervt
- te gek
- krass
- gestoord
- bescheuert
- het internet
- das Netz
- het medelijden
- das Mitleid
- het voordeel
- der Vorteil [-e]
- kalm
- gelassen
- onnozel
- albern
- de onzin
- der Blödsinn
- opkomen voor
- sich einsetzen für
- relaxed
- entspannt
- ruziemaken
- streiten
- de verantwoording
- die Verantwortung
- wanhopig
- verzweifelt