Na klar! - 3 HAVO - Überall lernen - Les 6 Schultag - Redemittel

Woorden in deze lijst (16)

Origineel

In levensbeschouwing ben ik erg goed.: In Religion bin ich sehr gut.
Ik heb geen idee, hoe ik Engels moet halen.: Ich habe keine Ahnung, wie ich Englisch schaffen soll.
Vanmiddag ben ik vrij.: Heute Nachmittag habe ich frei.
De sportleraar vind ik cool, maar bij scheikunde val ik bijna in slaap.: Den Sportlehrer finde ich klasse, aber in Chemie schlafe ich fast ein.
Ik haat de mondelingen.: Ich hasse die mündlichen Prüfungen.
Ik ben bang dat ik niet overga.: Ich habe Angst, nicht versetzt zu werden.
Ik leer graag talen.: Ich lerne gern Sprachen.
Ik wil nog niet gaan werken.: Ich will noch nicht arbeiten gehen.
Aardrijkskunde vind ik super saai.: Geografie finde ich total langweilig.
De les interesseert me erg.: Der Unterricht interessiert mich sehr.
Ik heb geen zin meer in school.: Ich habe keinen Bock mehr auf die Schule.
We hebben bijna elke week een proefwerk.: Wir haben fast jede Woche eine Klassenarbeit.
Ik krijg nu bijles.: Ich bekomme jetzt Nachhilfe.
Je wilt graag verpleegster worden, toch?: Du möchtest Krankenschwester werden, oder?
Dan heb je een goede opleiding nodig.: Dann brauchst du eine gute Ausbildung.
Ik maak mijn huiswerk altijd op school.: Ich mache meine Hausaufgaben immer in der Schule.