Frans - BRAVOURE 1.0 - 2 H/V - Theme 5 - Voca
Woorden in deze lijst (40)
Origineel
- le transport
- het transport
- le colis
- het pakket
- commander
- bestellen
- en stock
- op voorraad
- l’article (m)
- het voorwerp/het artikel
- en route
- onderweg
- livrer
- leveren/bezorgen
- envoyer
- versturen
- contrôler
- controleren
- le truc
- het ding
- lourd
- zwaar
- rapidement
- snel
- lentement
- langzaam
- en retard
- te laat/vertraagd
- à l’heure
- op tijd
- la destination
- de bestemming
- l’adresse (v)
- het adres
- le code postal
- de postcode
- la signature
- de handtekening
- à domicile
- aan huis
- l’histoire (v)
- 1. de geschiedenis/2. het verhaal
- devoir/ils doivent
- moeten/zij moeten
- en route
- onderweg
- de nouveau
- opnieuw/weer
- le temps
- 1. het weer/2. de tijd
- frapper
- 1. raken/2. slaan
- tout à coup
- plotseling
- nettoyer/il nettoie
- schoonmaken/hij maakt schoon
- étudier
- (be)studeren
- les déchets (m mv)
- het afval
- le nord
- het noorden
- l’est (m)
- het oosten
- le sud
- het zuiden
- l’ouest (m)
- het westen
- l’endroit (m)
- de plek/de plaats
- plein
- vol
- venir/je viens
- komen/ik kom
- écrire
- schrijven
- l’argent (m) de poche
- het zakgeld
- moche
- lelijk