Na klar! 3 HAVO A - Stuttgart - Lektion 6 Schreib mal - Redemittel

Dean

Woorden in deze lijst (21)

Origineel

Onze hond heeft een bruine/zwarte/grijze vacht.: Unser Hund hat ein braunes/schwarzes/graues Fell.
De kater is groot/klein/sterk/schattig/lief.: Der Kater ist groß/klein/stark/niedlich/süß.
Ik speel graag met mijn puppy.: Ich spiele gern mit meinem Welpen.
Hij heeft witte vlekken en een lange/korte staart.: Er hat weiße Flecken und einen langen/kurzen Schwanz.
De kippen zijn buiten in de tuin.: Die Hühner sind draußen im Garten.
Je hoeft de kattenbak maar één keer te verschonen.: Du brauchst das Katzenklo nur einmal sauber zu machen.
De dieren hebben dagelijks vers water nodig.: Die Tiere brauchen täglich frisches Wasser.
Huisdieren kosten geld en tijd.: Haustiere kosten Geld und Zeit.
Soms moet je met het dier naar de dierenarts.: Manchmal muss man mit dem Tier zum Tierarzt gehen.
Honden hebben veel plek nodig.: Hunde brauchen viel Platz.
We kopen voer voor onze muizen.: Wir kaufen Futter für unsere Mäuse.
Ik zou graag een herdershond hebben.: Ich hätte gern einen Schäferhund.
Ik wil wil in de toekomst graag nog meer dieren hebben.: Ich wünsche mir in Zukunft noch mehr Tiere.
Ik wil graag voor je huisdieren zorgen.: Ich möchte gern deine Haustiere versorgen.
Beste Leonie,/Beste Michael,: Liebe Leonie,/Lieber Michael,
Hartelijk dank voor je e-mail!: vielen Dank für deine E-Mail!
Hoe gaat het met jou? Met mij gaat het goed.: Wie geht es dir? Mir geht es gut.
Ik ben druk.: Ich habe viel zu tun.
Schrijf me gauw terug!: Schreib mir bitte bald zurück!
Tot gauw!: Bis bald!
Liefs,/Groetjes,: Liebe Grüße/Viele Grüße,