ZugSpitze - 4 HAVO - Fertigkeiten - Schreiben - Vokabelliste 1

Woorden in deze lijst (40)

Origineel

vanaf tien uur: ab zehn Uhr
de activiteit: die Aktivität/die Aktivitäten
het begin: der Anfang
beginnen: anfangen – fängt an – angefangen
de camping: der Campingplatz/die Campingplätze
het einde: das Ende
eindigen: enden
de volwassene: der/die Erwachsene/die Erwachsenen
de fietsverhuur: der Fahrradverleih
samen: gemeinsam/zusammen
van harte welkom: herzlich willkommen
het informatiebord: die Informationstafel
het kind/de kinderen: das Kind/die Kinder
soms: manchmal
de zee: das Meer
naar de zee gaan: ans Meer fahren – fährt – gefahren
met elkaar: miteinander
meedoen: mitmachen
’s middags: am Nachmittag/nachmittags
in Nederland: in den Niederlanden
naar Nederland gaan: in die Niederlande fahren
fietsen: Rad fahren - fährt Rad - Rad gefahren
moeilijk: schwierig/schwer
het zwembad: das Schwimmbad
spannende wedstrijden: spannende Wettkämpfe
de sport: der Sport/die Sportarten
sporten: Sport treiben/machen
sportief: sportlich
het strand: der Strand
op het strand/naar het strand: am Strand/zum Strand
trainen: trainieren
de omgeving: die Umgebung
beloven: versprechen – verspricht – versprochen
's ochtends: am Vormittag/vormittags
het voorstel: der Vorschlag/die Vorschläge
voorstellen: vorschlagen – schlägt vor – vorgeschlagen
vrij mooi weer: ziemlich schönes Wetter
samenwerken: zusammenarbeiten
de tent: das Zelt/die Zelte
kamperen: zelten