Begrippenlijst Rechtsstaat & Democratie §1 t/m §5

3keer geoefend
Woorden in deze lijst (37)
Origineel
- Verlichting
- Een manier van denken in de 18e eeuw waarbij mensen het belangrijk vonden om zelf na te denken en dingen logisch te beredeneren. Ze geloofden in vrijheid, gelijkheid en veranderingen om de samenleving en politiek eerlijker te maken.
- Tweederangs burgers in de Republiek
- Groepen zoals katholieken, lutheranen en doopsgezinden die beperkte rechten hadden, bijvoorbeeld op politiek of economisch gebied, omdat het calvinisme als de officiële religie werd beschouwd.
- Aan het Volk van Nederland
- Een pamflet uit 1781 dat opriep tot verzet tegen de heersende macht en pleitte voor meer politieke invloed voor de burgerij.
- Johan Derk van der Capellen tot den Pol
- Een edelman en politiek denker uit Overijssel die zich inzette voor hervormingen en de auteur was van een invloedrijk pamflet waarin hij opriep tot verzet tegen het stadhouderlijk bewind.
- Vrijkorpsen
- Gewapende burgergroepen die zich in de 18e eeuw organiseerden om hervormingen af te dwingen en de gevestigde macht te bestrijden.
- Patriotten
- Voorstanders van democratische hervormingen in de Republiek in de tweede helft van de 18e eeuw. Ze streefden naar meer invloed voor burgers en waren tegen de macht van de stadhouder.
- Nederlandse democratische revolutie
- De periode rond 1780-1795 waarin geprobeerd werd om de macht van de stadhouder en regenten te beperken en democratische hervormingen door te voeren.
- Stadhouder Willem V
- De leider van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aan het einde van de 18e eeuw, die veel weerstand kreeg van voorstanders van hervormingen.
- Wilhelmina van Pruisen
- De echtgenote van de stadhouder, die een belangrijke rol speelde in het herstel van zijn macht door in 1787 hulp in te roepen van haar familie in Pruisen.
- Franse Revolutie
- De ingrijpende politieke en maatschappelijke omwenteling in Frankrijk vanaf 1789, die leidde tot de afschaffing van de monarchie en de invoering van democratische principes.
- Bataven
- Een naam die in de 18e eeuw werd gebruikt voor Nederlanders die verandering wilden en zichzelf zagen als erfgenamen van een vrij en dapper volk uit het verleden.
- Nationale Vergadering
- De groep mensen die in de Bataafse Republiek de wetten maakte en een nieuw bestuur voor het land bedacht.
- Grondwet
- Het belangrijkste document van een staat waarin de rechten van de burgers en de regels voor het regeeren worden vastgelegd.
- Rechtsstaat
- Een systeem waarin wetten voor iedereen gelden, ook voor de overheid, en waarin burgers worden beschermd tegen willekeurig optreden van de machthebbers.
- Uitvoerend Bewind
- De regering van de Bataafse Republiek na 1798, die bestond uit acht 'agenten' (ministers) en verantwoordelijk was voor het dagelijks bestuur van het land.
- Opkomst van steden (late middeleeuwen)
- Vanaf de 11e eeuw groeide de bevolking en ontstonden er handelscentra waar ambachtslieden en kooplieden zich vestigden
- stadsrechten
- Bevoegdheden die een graaf of hertog kon verlenen aan een stad, zoals het recht om tol te heffen of zelf recht te spreken.
- Zeventien gewesten (of provinciën)
- Gebiedsindeling in de Nederlanden vóór de Opstand, die onder één koning (koning van Spanje) vielen maar elk hun eigen wetten en privileges hadden.
- Nederlandse Opstand
- Conflict tussen de Nederlanden en de Spaanse koning in de 16e eeuw, waarbij verzet ontstond tegen hoge belastingen en religieuze onderdrukking.
- Filips II
- Koning van Spanje en heer der Nederlanden in de 16e eeuw, bekend om zijn harde aanpak van protestanten en centralisatiebeleid.
- Plakkaat van Verlating
- Document uit 1581 waarin een groep opstandige gewesten verklaarde hun vorst niet langer te erkennen.
- Nederlandse Republiek
- Staat die ontstond na de Opstand in 1588 en bestond uit een samenwerkingsverband van zeven gewesten zonder koning.
- regenten
- Rijke bestuurders die in de 17e en 18e eeuw de macht hadden in de Nederlandse Republiek, vaak afkomstig uit handelsfamilies.
- Calvinisten
- Aanhangers van een strenge vorm van het protestantisme die in de Republiek een bevoorrechte positie hadden.
- Gewetensvrijheid
- Het recht om in stilte een eigen geloofsovertuiging te hebben, zonder daarvoor door de overheid vervolgd te worden.
- Unie van Utrecht
- Overeenkomst uit 1579 waarin opstandige gewesten afspraken samen te werken tegen de Spaanse overheersing. In deze overeenkomst stond onder andere: 'Ieder voor zich zal vrij mogen blijven in zijn religie en niemand zal vanwege zijn religie vervolgd of ondervraagd worden.'
- Onderdanen
- Mensen die gehoorzamen aan een heerser zonder invloed op het bestuur te hebben.
- Aristocratie
- Een regeringsvorm waarin de macht in handen is van een kleine, bevoorrechte groep mensen.
- Monarchie
- Een staatsvorm waarin één persoon, meestal een koning, de macht heeft.
- Democratie
- Een bestuursvorm waarin burgers invloed hebben op het bestuur, vaak via verkiezingen.
- Burgers
- Personen die volledig erkend zijn als leden van een staat en daar rechten en plichten hebben.
- Burgerrechten en politieke rechten
- De speciale rechten die iemand heeft omdat hij of zij erkend is als volwaardig lid van een staat
- Vrijheidsrechten
- Rechten die de persoonlijke vrijheid van mensen beschermen, zoals meningsuiting en godsdienstvrijheid
- Politieke rechten
- Rechten die burgers invloed geven op het bestuur, zoals stemrecht en het recht om verkozen te worden
- Republiek
- Een staat zonder koning, waarin het bestuur meestal wordt gekozen door het volk of een vertegenwoordiging.
- Verantwoordelijk
- Eigenschap van iemand die verplichtingen serieus neemt en zijn rol in de samenleving kent.
- Burgerplichten
- Taken die burgers hebben ten opzichte van de staat, zoals belasting betalen en stemmen.