woordenlijst nederlands hoofdstuk 4

1keer geoefend
Woorden in deze lijst (38)
Origineel
- aangeboren
- wat je al vanaf je geboorte hebt
- het alternatief
- de keuze of de oplossing die ook mogelijk is
- arrogant
- verwaand, als je denkt dat je beter bent dan anderen
- de communicatie
- de uitwisseling van informatie
- de context
- 1 situatie waarin de gebeurtenis plaatsvindt/2 omringende tekst, de woorden die eromheen staan
- daadwerkelijk
- in werkelijkheid, echt
- de diversiteit
- de verscheidenheid, het verschillend zijn
- het element
- deel van een groter geheel, onderdeel
- de emotie
- het gevoel
- exact
- precies
- extreem
- heel erg, uiterst
- genuanceerd
- met aandacht voor verschillende kanten van een zaak, niet zwart-wit
- armzalig
- armoedig/arm
- de barbaar
- onbeschaafd en ruw mens
- barbaars
- wreed/slecht en gemeen
- zich begeven naar
- ergens naartoe gaan
- benard
- moeilijk/zo dat je het er benauwd van krijgt
- de bloedcirculatie
- het rondstromen van het bloed in je lichaam
- de bloeddruk
- de druk waarmee het bloed tegen de wanden van je aders aanduwt
- bruut
- gemeen/wreed
- de cardioloog
- de ziektenhuisarts die gespecialiseerd is in het hart
- het district
- deel van een land of regio dat een eigen bestuur heeft
- kwellen
- iemands erge of pijn doen
- het labyrinth
- doolhof
- tegen het licht houden
- onderzoeken en beoordelen
- manipuleren
- iets of iemand stiekem proberen te beïnvloeden of te veranderen/zodat het gebeurt zoals jij het wilt
- de mededinger
- de concurrent/de andere deelnemer aan een wedstrijd
- de mythe
- oud verhaal over het ontstaan van een volk en zijn goden
- de mythologie
- verzameling van mythen van een volk
- de obsessie
- heel grote belangstelling voor iets
- het obstakel
- iets dat in de weg staat/belemmering
- de ontzetting
- hevige schrik als er iets ergs gebeurt
- onder het oog van
- terwijl/toezicht
- de pees
- het koord waarmee je spieren aan je botten vastzitten
- potentieel
- mogelijkheid om iets te worden
- de schacht
- 1. gang in de grond dat toegang geeft tot een mijn 2. rechtopstaand deel van een voorwerp
- verbonden aan
- samenwerkend bij/behorend bij
- de vertoning
- 1. schouwburgstuk/behend bij 2. de opvoering/voorstelling