Chapitre 5 - phrases-clés et parler - havo 3 - praten over activiteiten - zinnen
Woorden in deze lijst (11)
Origineel
- Heb je een leuk weekend gehad?
- Tu as passé un bon weekend?
- Ja, ik heb mijn verjaardag gevierd.
- Oui, j'ai fêté mon anniversaire.
- Ja, wij hebben een film gekeken.
- Oui, on a regardé un film.
- Met wie?
- Avec qui?
- Met mijn familie en Simon.
- Avec ma famille et Simon.
- Wie is dat, Simon?
- C'est qui, Simon?
- Het is mijn vriend.
- C'est mon ami.
- Was het leuk?
- C'était bien?
- Ja, het was super.
- Oui, c'était super.
- Wanneer ben je jarig?
- C'est quand ton anniversaire?
- Op 3 januari.
- C'est le trois janvier.