kap 1 duits - ned
1keer geoefend
Woorden in deze lijst (66)
Origineel
- die Welle
- het doel
- etwas verpassen
- de golf
- sich kümmern um
- iets missen, iets mislopen
- seinerzeit
- zich bekommeren om, zorgen voor
- gewissermaßen
- destijds
- quatschen
- in zekere zin
- sogar
- kletsen
- ausbleiben
- zelfs
- sich prügeln
- uitblijven
- das Vergnügen
- met elkaar vechten
- nach wie vor
- het plezier, het vermaak
- zwangsläufig
- nog steeds
- betreiben
- automatisch, onvermijdelijk
- sich schlau machen
- uitoefenen
- herkömmlich
- zich op de hoogte stellen van
- die Messe
- conventioneel
- ehrgeizig
- de beurs
- die Auflage
- ambitieus
- gestalten
- de editie
- nach und nach
- vormgeven
- sich begnügen mit die Gegenwart
- beetje bij beetje
- die Sinne
- genoegen nemen met het hedendaagse, de tegenwoordige tijd zich beperken tot
- der Nervenkitzel
- de zintuigen
- schwindlig
- de sensatie
- der Inbegriff
- duizelig
- die Versuchung
- het toppunt, de essentie
- ausgesetzt sein
- de verleiding
- unzumutbar
- blootgesteld zijn aan
- sich erweisen als
- ondraaglijk
- der Pegel
- blijken te zijn
- gelingen
- het niveau
- sich ausziechnen
- lukken
- die Geschwindigkeit
- zich onderscheiden
- die Beschleunigung
- de snelheid
- ausnutzen
- de versnelling
- die Voraussetzung
- gebruiken, profiteren van
- erforschen
- de voorwaarde
- die Gänsehaut
- onderzoeken
- beziehungsweise (bzw.)
- het kippenvel
- schätzen
- ofwel, respectievelijk (resp)
- die Absicht
- waarderen
- sich darstellen
- de bedoeling, de intentie
- sich abgrenzen
- weergeven, voorstellen
- der Hinweise
- zich afgrenzen, zich distantiëren
- sich irren
- de aanwijzing, het teken
- der Zuspruch
- zich vergissen
- voraussagen
- de bijval
- der Duden
- voorspellen
- der Hass
- woordenboek van de Duitse taal
- prägen
- de haat
- die Herangehenweise
- vorm
- die Grundlage
- de aanpak, de benadering
- der Bezug
- de basis, het fundament
- der Alltag
- de betrekking
- vorziehen
- het dagelijkse leven
- ablenken
- prefereren, verkiezen
- bisher
- afleiden
- das Gericht
- tot nu toe
- bestehen auf
- de rechtbank
- tatsächlich
- beweren
- drohen
- daadwerkelijk
- nachweisen
- dreigen
- nah
- aantonen, bewijzen
- vergangen
- dichtbij
- das Jahrzehnt
- afgelopen
- klug
- het decennium