ZugSpitze - 4 HAVO - Fertigkeiten - Schreiben - Vokabelliste 2

ZugSpitze - 4 HAVO - Fertigkeiten - Schreiben - Vokabelliste 2

Woorden in deze lijst (40)

maar/echter
aber
stemmen over
abstimmen über
ophouden/stoppen
aufhören
de expositie/de tentoonstelling
die Ausstellung
comfortabel
bequem/komfortabel
bespreken
besprechen – bespricht – besprochen
de vergadering
die Besprechung
beslist/zeker
bestimmt
een beetje
ein bisschen
verzoeken
bitten – bittet – gebeten
destijds/toen
damals
denken
denken – denkt – gedacht
de rector
der Direktor
buiten
draußen
binnen
drinnen
even mooi als
ebenso/genauso schön wie
mooier dan
schöner als
enkele keren
einige Male
de enige keer
das einzige Mal
teleurstellen
enttäuschen
de teleurstelling
die Enttäuschung
het eten
das Essen
bijna
fast/beinahe
Ik geniet van deze dag.
Ich genieße diesen Tag.
het verhaal
die Geschichte/die Geschichten
het drankje
das Getränk/die Getränke
hopelijk
hoffentlich
koekjes bakken
Kekse backen
de klassenvertegenwoordiger
der Klassensprecher
voor muziek zorgen
für Musik sorgen
de patat
die Pommes frites
een toespraak houden
eine Rede halten – hält – gehalten
Bel me alsjeblieft!
Ruf mich bitte an!
Schrijf me alsjeblieft!
Schreib mir bitte!
Dansen is leuk.
Tanzen macht Spaß.
de taart
die Torte.
verantwoordelijk zijn voor
verantwortlich sein für
Ik ben het ermee eens.
Ich bin damit einverstanden.
Ben je het ermee eens?
Bist du damit einverstanden?
Ik vind het gewoon gaaf.
Ich finde es einfach toll.
Hoi Gast!