5. Landschappen in Europa
Woorden in deze lijst (35)
Origineel
- aardas
- Denkbeeldige as waar de aarde in 24 uur omheen draait. De aardas staat schuin ten opzichte van de baan van de aarde rond de zon.
- akkerbouw
- Vorm van landbouw waarbij gewassen als graan, maïs en aardappelen worden verbouwd op grote akkers.
- alpenweide
- Hoogtegordel met gras en mos die in de bergen ligt boven de boomgrens.
- boomgrens
- De grens waarboven het te koud is voor boomgroei.
- bosbouw
- Vorm van landbouw waarbij bomen gekweekt worden voor de productie van hout.
- gletsjer
- Hooggelegen ijsmassa (bijvoorbeeld in een gebergte) die heel langzaam naar beneden stroomt.
- heuveland
- Gebied met heuvels tussen de 200 en 500 m hoogte.
- hooggebergte
- Gebergte met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
- hooggebergteklimaat
- Koud klimaat in gebergten waarbij de gemiddelde temperatuur nooit hoger is dan 0 °C.
- hoogtegordel
- Zone op een bepaalde hoogte in de bergen waar vooral één soort vegetatie voorkomt, bijvoorbeeld loofbomen.
- irrigatie
- Water op het land brengen om gewassen te laten groeien.
- klimaatverandering
- Het veranderen van het klimaat door het stijgen van de gemiddelde temperatuur, door de uitstoot van broeikasgassen door de mens.
- laagland
- Gebied dat lager ligt dan 200 m. Er zijn weinig hoogteverschillen.
- landbouw
- Het produceren van voedsel en andere producten door gewassen te verbouwen of dieren te houden.
- landklimaat
- Klimaat met warme zomers en koude winters. De neerslag valt in alle seizoenen.
- lijzijde
- De kant van de berg waar de wind niet op staat. Het is de droge kant van de berg.
- loefzijde
- De kant van de berg waar de wind tegenaan waait. Het is de natte kant van de berg.
- loofboomgordel
- Hoogtegordel waar vooral loofbomen groeien.
- middelgebergte
- Gebied met bergen van 500 tot 1.500 m hoog.
- Middellandse Zeeklimaat
- Klimaat met droge, warme zomers en zachte, natte winters.
- naaldbosgordel
- Hoogtegordel waar vooral naaldbomen groeien.
- regenschaduw
- Droog gebied dat ontstaat door de beschutte ligging achter een gebergte.
- reliëf
- Hoogteverschillen in het landschap.
- rotsgordel
- Hoogtegordel in de bergen die vooral uit rotsen bestaat. Voor plantengroei is het er te koud.
- sneeuwklimaat
- Koud klimaat in de poolgebieden waarbij de gemiddelde temperatuur nooit hoger is dan 0 °C.
- steppe
- Boomloze grasvlakte in een droog gebied.
- steppeklimaat
- Droog klimaat waar een paar maanden per jaar wat neerslag valt, in totaal ongeveer 150 tot 300 mm per jaar.
- taiga
- Natuurlandschap waar vooral naaldbomen groeien.
- toendra
- Natuurlandschap waar grassen, mossen en lage struiken groeien. Het is er te koud voor boomgroei.
- toendraklimaat
- Koud klimaat waarbij het in de zomer gemiddeld niet warmer is dan 10 °C.
- tuinbouw
- Vorm van landbouw waarbij fruit wordt geteeld, bloemen worden gekweekt of groenten als tomaten of broccoli worden verbouwd.
- veeteelt
- Vorm van landbouw waarbij dieren worden gehouden voor bijvoorbeeld vlees, melk of wol.
- vegetatiezone
- Natuurlandschap met een bepaald soort natuurlijke begroeiing.
- woestijnklimaat
- Droog klimaat waar weinig neerslag valt, in totaal minder dan 150 mm per jaar.
- zeeklimaat
- Klimaat met koele zomers en zachte winters en het hele jaar door neerslag.