ZugSpitze - 5/6 VWO - Gespräche führen - Der innere Scheinehund - Vokabelliste 2

Woorden in deze lijst (50)

Origineel

de afleiding: die Ablenkung
zich laten afleiden: sich ablenken lassen
de bedoeling: die Absicht
expres: absichtlich
de aanleiding: der Anlass
de eis: der Anspruch
hoge eisen hebben: hohe Ansprüche haben
de uitslover: das Arbeitstier
de aandacht: die Aufmerksamkeit
uitstellen tot: aufschieben auf
het smoesje: die Ausrede
het gemak/de gemakzucht: die Bequemlichkeit
spijt hebben van iets: etwas bereuen
gerustgesteld: beruhigt
de klusjes/de taken: die Erledigungen/die Aufgaben
aanmoedigen: ermutigen
een goed/slecht geweten hebben: ein gutes/schlechtes Gewissen haben
behulpzaam: hilfreich/behilflich
in staat zijn: imstande sein
ingewikkeld: kompliziert
het lawaai: der Lärm
hard (geluid)/hardop: laut
zacht (geluid): leise
de mislukking: der Misserfolg
ontstemd: missmutig
Ik heb een ochtendhumeur.: Ich bin ein Morgenmuffel.
in de put zitten: niedergeschlagen sein
radeloos: ratlos
waarderen/schatten: schätzen
de zwakkeling: der Schwächling
spijbelen: schwänzen
opslaan: speichern
Ik doe niet graag aan sport.: Ich bin ein Sportmuffel.
de verslaving: die Sucht
verslaafd zijn aan: süchtig sein nach
de agenda: der Terminkalender
treuzelen: trödeln
overhalen: überreden
onmisbaar: unentbehrlich
onzeker: unsicher
verliezen: verlieren
falen: versagen
te laat komen: sich verspäten/zu spät kommen
verstoppen: verstecken
afzien van: verzichten auf
wanhopig: verzweifelt
het voornemen: der Vorsatz/die Vorsätze
een zwakke wil hebben: willensschwach sein
zichzelf doelen stellen: sich Ziele setzen
driftig/woedend: zornig/wütend