Na klar! - 4 HAVO - Kapitel 4 Ehrgeiz - Sprich mal! - Redemittel

Woorden in deze lijst (38)

Origineel

Vandaag zou ik graag iets over mijn avontuur willen vertellen.: Heute möchte ich gerne etwas über mein Abenteuer erzählen.
Goedemiddag, met Sandra Berger.: Guten Tag, hier Sandra Berger.
Wat kan ik voor u doen?: Was kann ich für Sie tun?
Ik zou graag bij u willen solliciteren.: Ich möchte mich gerne bei Ihnen bewerben.
Ik heb nog een paar vragen.: Ich habe noch ein paar Fragen.
Zou u dat kunnen herhalen?: Könnten Sie das bitte wiederholen?
Hoe goed is je kennis van de Duitse taal?: Wie gut sind deine Deutschkenntnisse?
Welke vreemde talen spreek je?: Welche Fremdsprache sprichst du?
Ik doe volgend jaar havo-eindexamen.: Ich mache nächstes Jahr meine Mittlere Reife.
Ga je naar het havo of naar het wo?: Gehen Sie auf die Realschule oder aufs Gymnasium?
Mijn moedertaal is Nederlands.: Meine Muttersprache ist Niederländisch.
Ik leer Duits op school.: Ich lerne Deutsch in der Schule.
Ik heb geen goede cijfers voor Engels.: Ich habe keine gute Noten in Englisch.
Hij zou graag een paar weken naar het buitenland willen gaan.: Er möchte einige Wochen ins Ausland gehen.
Hoe lang leer je al Frans?: Wie lange lernst du schon Französisch?
Voor mij is Spaans een vreemde taal.: Für mich ist Spanisch eine Fremdsprache.
Zal ik het woord spellen?: Soll ich das Wort buchstabieren?
Wat zegt u?: Wie bitte?
Zou u uw achternaam kunnen spellen?: Könnten Sie Ihren Familiennamen buchstabieren?
Sorry, ik heb het laatste woord niet begrepen.: Entschuldigung, ich habe das letzte Wort nicht verstanden.
Ik weet niet wat dit in het Duits is.: Ich weiß nicht, wie das auf Deutsch heißt.
Heb ik het goed begrepen?: Habe ich das richtig verstanden?
Sorry, dat heb ik even niet gesnapt.: Verzeihung, das habe ich jetzt niet kapiert.
Ik heb geen idee, hoe je dat in het Duits zegt.: Ich habe keine Ahnung, wie man das auf Deutsch sagt.
Ik bedoel zoiets als ...: Ich meine etwas Ähnliches wie ...
Hoe zeg je dit in het Duits?: Wie sagt man das auf Deutsch?
Kunt u a.u.b. iets langzamer spreken?: Könnten Sie bitte etwas langsamer sprechen?
Wat betekent 'Auskunft' in het Nederlands?: Was bedeutet Auskunft auf Niederländisch?
Zou ik met mevrouw Treiber kunnen spreken?: Könnte ich bitte Frau Treiber sprechen?
Zou u mij met meneer Müller kunnen doorverbinden?: Könnten Sie mich mit Herrn Müller verbinden?
Hartelijk dank voor uw moeite.: Vielen Dank für Ihre Mühe.
Tot ziens.: Auf Wiederhören.
Graag gedaan.: Gern geschehen.
Ik moet nu stoppen.: Ich muss jetzt Schluss machen.
Zou u mij morgen kunnen opbellen?: Könnten Sie mich morgen anrufen?
Hallo met Susanne Weber.: Hallo, hier Susanne Weber.
Hallo, met Thomas Meier.: Hallo, hier spricht Thomas Meier.
Hallo, ik ben het, Sabine.: Hallo, ich bin's, Sabine.