Na klar! 3 HAVO B - Frankfurt am main - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel
Woorden in deze lijst (27)
Origineel
- Heb je zin om vanavond naar de bioscoop te gaan?
- Hast du Lust, heute Abend ins Kino zu gehen?
- Ja, dat is een super idee./Natuurlijk! Dat klinkt goed.
- Ja, das ist eine tolle Idee./Na klar! Das hört sich gut an.
- Misschien, ik weet het helaas nog niet.
- Vielleicht. Ich weiß es leider noch nicht.
- Het spijt me, ik heb helaas geen tijd/geen zin/geen geld.
- Tut mir leid, ich habe leider keine Zeit/keine Lust/kein Geld.
- Jammer, maar ik kan helaas niet. Ik heb al een andere afspraak.
- Schade, aber ich kann leider nicht. Ich bin schon verabredet.
- Hoe vaak ga je naar de bioscoop?
- Wie oft gehst du ins Kino?
- af en toe/een paar keer per jaar/eens per maand/zelden/nooit.
- ab und zu/ein paar Mal pro Jahr/einmal im Monat/selten /nie.
- Wat draait er op dit moment in de bioscoop?
- Was läuft denn gerade im Kino?
- Deze week draait een documentaire.
- Diese Woche läuft ein Dokumentarfilm.
- Er is om vijf uur nog een tekenfilm en om half acht een slechte sciencefictionfilm.
- Es gibt um fünf noch einen Zeichentrickfilm und um halb acht einen schlechten Science-Fiction-Film.
- Waar gaat de film over?
- Wovon handelt der Film?
- In deze film gaat het om een meisje.
- In diesem Film geht es um ein Mädchen.
- De film gaat over een jongen.
- Der Film handelt von einem Jungen.
- Hoe is de film je bevallen?
- Wie hat dir der Film gefallen?
- De film is uitstekend/niet zo goed/helemaal niet bevallen.
- Der Film hat mir ausgezeichnet/nicht so gut/überhaupt nicht gefallen.
- Ik vond de film romantisch/onrealistisch.
- Ich fand den Film zu romantisch/unrealistisch.
- Waar en wanneer speelt de film?/Wat kun je (nog) over het plot vertellen?
- Wo und wann spielt der Film?/Was kannst du zur Handlung (noch) sagen?
- De film speelt tijdens de zomervakantie in Berlijn.
- Der Film spielt in den Sommerferien in Berlin.
- De film speelt in de toekomst/in het verleden.
- Der Film spielt in der Zukunft/in der Vergangenheit.
- Wat lees je graag?
- Was liest du gern?
- Ik lees graag fantasy/stripverhalen/misdaadromans/romans.
- Ich lese gern Fantasygeschichten/Comics/Krimis/Romane.
- Tenslotte wil ik nog mijn mening over deze film geven. Deze film zet je aan het denken.
- Zum Schluss will ich noch meine Meinung zu diesem Film geben. Dieser Film regt zum Nachdenken an.
- Het boek is me goed bevallen, omdat het zeer realistisch geschreven is.
- Das Buch hat mir gut gefallen, weil es sehr realistisch geschrieben ist.
- De film was bijzonder grappig/verschrikkelijk.
- Der Film war besonders witzig/schrecklich.
- De plot/het verhaal was origineel/ingewikkeld/onlogisch.
- Die Handlung/Die Geschichte war originell/kompliziert/unlogisch.
- De acteurs spelen heel overtuigend.
- Die Schauspieler spielen sehr überzeugend.
- Ik kan het boek echt aanbevelen, want de ik-verteller is zo oud als ik.
- Ich kann das Buch wirklich empfehlen, denn der Ich-Erzähler ist so alt wie ich.
