Na klar! 3 VMBO-BK B - Salzburg - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel
Woorden in deze lijst (8)
Origineel
- Hoe ziet je (nieuwe) kamer eruit?
- Wie sieht dein (neues) Zimmer aus?
- Hij is veertien vierkante meter groot en de muren zijn geel.
- Es ist vierzehn Quadratmeter groß und die Wände sind gelb.
- Ik heb een hoogslaper en een bureau.
- Ich habe ein Hochbett und einen Schreibtisch.
- Wat bevalt je goed aan je kamer?
- Was gefällt dir gut an deinem Zimmer?
- Aan de muur hangt een televisie.
- An der Wand hängt ein Fernseher.
- Ik hoef mijn kamer niet te delen.
- Ich muss mein Zimmer nicht teilen.
- Wat ontbreekt in je kamer?
- Was fehlt in deinem Zimmer?
- Er ontbreken nog een spiegel en een luie stoel.
- Es fehlen noch ein Spiegel und ein Sessel.