Begrippen

1keer geoefend
Woorden in deze lijst (18)
Origineel
- afzetmarkt
- Het aantal klanten dat producten wil kopen.
- analfabetisme
- Het percentage van de bevolking ouder dan 15 jaar dat niet kan lezen of schrijven.
- armoedegrens
- Het minimale inkomen dat je nodig hebt om goed te kunnen leven.
- artsendichtheid
- Het aantal artsen per duizend inwoners.
- basisbehoefte
- Iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te kunnen leven: voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.
- beroepsbevolking
- Mensen die betaald werk (willen) doen.
- bnp per inwoner
- Het gemiddelde inkomen per inwoner per jaar. Je berekent het door het bnp te delen door het aantal inwoners van een gebied.
- informele sector
- Ongeschoold, slechtbetaald werk in de dienstensector dat niet officieel wordt geregistreerd. Mensen betalen geen belasting, maar hebben ook geen recht op uitkeringen.
- natuurlijke hulpbron
- Product uit de natuur dat mensen goed kunnen gebruiken.
- ontwikkeld land
- Rijk land met een hoog ontwikkelingspeil.
- ontwikkelingskenmerk
- Kenmerk waarmee je de armoede of rijkdom in een gebied kunt meten.
- ontwikkelingsland
- Arm land met een laag ontwikkelingspeil.
- opkomend land
- Land dat nog niet echt ontwikkeld is, maar dat wel een snelle economische groei doormaakt. Zie groeiland.
- regionale ongelijkheid
- Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied.
- urbanisatie
- Het proces waarbij steeds meer mensen in de stad gaan wonen. Heet ook verstedelijking.
- welvaart
- Mate waarin iemand genoeg geld heeft om in zijn behoeften te kunnen voorzien. Gaat over het inkomen van mensen.
- welzijn
- Mate waarin iemand toegang heeft tot de basisbehoeften. Gaat over gelukkig en gezond kunnen leven.
- zuigelingensterfte
- Het gemiddelde aantal kinderen dat in het eerste levensjaar overlijdt, per duizend levendgeborenen, per jaar.