WERELD Wereldbeeld
Woorden in deze lijst (39)
Origineel
- analfabetisme
- het niet kunnen lezen en schrijven
- beroepsbevolking (samenstelling van de)
- dat deel van de bevolking dat tegen betaling een beroep uitoefent plus de werklozen
- bruto binnenlands product (bbp) per hoofd/inwoner
- de waarde van alle goederen en diensten die door binnen- én buitenlandse ondernemingen en personen in een land in één jaar worden geproduceerd gedeeld door het aantal inwoners
- bruto regionaal product (brp)
- het gemiddeld inkomen per hoofd binnen een regio
- koopkracht
- de hoeveelheid goederen of diensten die je in een land voor één dollar kunt kopen
- levensverwachting
- Het verwachte, gemiddeld aantal levensjaren vanaf de geboorte.
- regionale ongelijkheid
- verschillen in welvaart en welzijn tussen gebieden
- sociale ongelijkheid
- verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen de verschillende groepen (klassen) van de bevolking
- welzijn
- de levensomstandigheden in een land of gebied gemeten naar koopkracht, mate van analfabetisme en levensverwachting
- arbeidsmigrant
- migrant die verhuist naar een ander gebied of plaats om daar te gaan werken
- bevolkingsdichtheid
- gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer
- bevolkingsspreiding
- de manier waarop de bevolking over een gebied is verdeeld
- pullfactor
- reden om je in een gebied te vestigen
- pushfactor
- reden om uit een gebied te vertrekken
- cultuurelement
- een kenmerk waaraan je een cultuur kunt herkennen, bijvoorbeeld taal, godsdienst en gewoonten
- cultuurgebied
- gebied waarin culturen voorkomen die sterk op elkaar lijken
- diffusie
- de verspreiding van een ruimtelijk verschijnsel – bijvoorbeeld een cultuurelement – vanuit een kerngebied
- centrum / periferie / semiperiferie
- een indeling van de wereld naar ontwikkelingsgraad (zie ook wereldsysteem)
- centrum-periferiemodel
- een model dat de ongelijke relatie laat zien tussen het centrum en de periferie; dit is zowel binnen een land als tussen landen zichtbaar
- internationale arbeidsverdeling
- de verdeling van de beroepsbevolking in de verschillende delen van de wereld
- wereldsysteem
- de indeling van de wereld naar welvaart in centrum, semiperiferie en periferie
- bevolkingsgroei
- toename van de bevolking in een bepaalde periode
- demografisch transitmodel
- een model dat de gefaseerde overgang laat zien van een hoog geboorte- en sterftecijfer naar een laag geboorte- en sterftecijfer
- grijze druk
- de verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar en ouder en het aantal personen tussen de 20 tot 65 jaar
- groene druk
- de verhouding tussen het aantal personen onder de 20 en het aantal personen tussen 20 tot 65 jaar
- leeftijdsopbouw
- de verdeling van de bevolking over de verschillende leeftijdsklassen of cohorten, weergegeven in een leeftijdsdiagram
- verstedelijking
- groei de stedelijke bevolking ten opzichte van de plattelandsbevolking
- verstedelijkingsgraad
- het aandeel van de bevolking dat in steden woont
- verstedelijkingstempo
- de snelheid waarmee de verstedelijkingsgraad in een land per jaar stijgt
- wereldstad
- stad zoals New York of Londen, die op wereldniveau een belangrijk knooppunt in economische, culturele en politieke netwerken vormt
- grensregio
- grensgebied dat vaak een eigen cultuur en identiteit ontwikkelt
- identiteit
- eigenschappen die typerend zijn voor een persoon, groep of gebied
- arbeidsmarkt
- de wisselwerking tussen vraag naar en het aanbod van arbeid
- assemblagebedrijf
- bedrijf waar onderdelen in elkaar worden gezet tot een eindproduct
- handelsbalans
- overzicht van de waarde van de goederen die in- en uitgevoerd worden
- liberalisering
- de ontwikkeling waarbij meer wordt overgelaten aan de vrije markt en minder wordt geregeld door de overheid
- dubbelstad
- situatie waarbij twee dicht bij elkaar gelegen steden, soms gescheiden door een internationale grens, op een aantal terreinen een eenheid vormen
- etnische spanning
- spanning tussen bevolkingsgroepen met een andere etniciteit
- kettingmigratie/volgmigratie
- migratie die het gevolg is van eerdere migratie, bijvoorbeeld als na de eerste migranten later ook familieleden overkomen