Frans - LIBRE SERVICE 4e - 4 HAVO - Chapitre 2 - ÉCRIRE

Frans - LIBRE SERVICE 4e - 4 HAVO - Chapitre 2 - ÉCRIRE

Woorden in deze lijst (33)

le bonnet
de muts
les lunettes de soleil
de zonnebril
reconnu (reconnaître)
herkend (herkennen)
mesurer
lang ... zijn
les vêtements
de kleren
les chaussures de sport
de sportschoenen
le bruit
het lawaai
l'avis de recherche
het opsporingsbericht
l'empreinte
de afdruk
cambrioler
inbreken
s'habiller
zich kleden
courir
rennen
mince
slank
l'habitant
de bewoner
bien sûr
natuurlijk
l'argent
het geld
grâce à
dankzij
le suspect
de verdachte
être de taille moyenne
van gemiddelde lengte zijn
la barbe
de baard
avoir les cheveux frisés/raides/blonds/bruns/noirs
gekruld/steil/blond/bruin/zwart haar hebben
avoir les yeux verts/bleus/marron
groene/blauwe/bruine ogen hebben
avoir la peau blanche/noire/mate
een lichte/donkere/getinte huid hebben
ressembler à
lijken op
chauve
kaal
Il s'agit d'une femme de 25 ans.
Het gaat om een vrouw van 25 jaar.
Elle mesure environ 1m75.
Ze is ongeveer 1 meter 75 lang.
Elle a les cheveux blancs courts.
Ze heeft grijs kort haar.
L'homme est très maigre et assez chauve.
De man is erg mager en vrij kaal.
Les voisins ont entendu du bruit.
De buren hebben lawaai gehoord.
Il portait aussi un blouson bleu marine et des chaussures de sport blanches.
Hij droeg ook een donkerblauw jack en witte sportschoenen.
Ça s'est passé dans la nuit de dimanche.
Het is zondagnacht gebeurd.
Il était habillé complètement en noir.
Hij was helemaal in het zwart gekleed.
Hoi Gast!