Hoofdstuk 1
26keer geoefend
Woorden in deze lijst (61)
Origineel
- organismen
- levende wezens: planten, dieren, schimmels en bacterien
- stofwisseling
- alle chemische reacties in een organisme
- levenscyclus
- van een soort, het eindigt bij uitsterving
- levensloop
- per inidividu
- soort
- organismen die zich onderling voortplanten
- DNA
- bevat erfelijke informatie van een organisme
- cel
- grotere biologische eenheid dan een molecuul
- organellen
- onderdeel in een cel met bepaalde functie
- weefsel
- groep van cellen met dezelfde functie
- orgaan
- weefsels bij elkaar
- orgaanstelsel
- organen die samen bepaalde functie uitvoeren
- populatie
- een groep individuen van zelfde soort die in bepaald gebied voortplanten
- levensgemeenschap
- verschillende populaties in een gebied
- ecosysteem
- begrensd gebied
- systeem aarde
- alle ecosystemen
- emergente eigenschappen
- een eigenschap die op lager organisatieniveau niet voorkomt
- tussencelstof
- dient ter versteviging, de weefsels liggen niet direct tegen elkaar aan
- celmembraan
- buitenste laag cel
- celwand
- ligt om celmembraan (bij planten)
- cytoplasma
- inwendige cel
- grondplasma
- waaruit cytoplasma bestaat, bestaat uit water en opgeloste stoffen
- celkern
- omgeven door grondplasma
- vacuole
- stevigheid en kan kleurstof bevatten
- chloroplasten
- bladgroenkorrels
- chlorofyl
- groene kleurstoffen
- chromosomen
- lange moleculen DNA rond een eiwit
- kernlichaampje
- delen van ribosomen worden hier gemaakt
- kernporie
- opening die transport van stoffen in en uit de kern regelt
- ribosomen
- organellen die eiwitten maken met behulp van erfelijke informatie uit DNA
- endoplastmatisch reticulum (ER)
- uitgebreid netwerk van dubbele membranen die aansluiten op kernmembraan
- ruw endoplasmatisch reticulum (RER)
- komen ribosomen voor die hun eiwitten afgeven
- golgisysteem
- neemt blaasjes op en bewerkt eiwitmoleculen tot ze hun vorm hebben
- exocytose
- afsnoeren van blaasjes om stoffen naar buiten te transporteren
- lysosomen
- blaasjes die van golgisysteem afsnoeren en in de cel blijven
- enzymen
- eiwitten in lysosomen en kunnen stoffen afbreken
- mitochondrien
- levert energie in de cel
- ATP
- energie
- cytoskelet
- binnen in de cellen bevindt zich een netwerk van eiwitvezels
- cilien
- trilharen die eiwitvezels bevatten
- flagel
- zweephaar waarmee voortplantingscellen kunnen voortbewegen
- motoreiwitten
- gebruiken cytoskelet als transportsysteem
- fosfolipiden
- hydrofiel en hydrofobe kant
- membraaneiwitten
- eiwitten die rol spelen bij transport van stoffen in en uit cel
- receptoreiwitten
- herkenning van cel door eiwit
- endocytose
- afsnoeren van blaasjes om stoffen in cel op te nemen
- diffusie
- van hoge naar lage concentratie
- permeabel
- doorlatend, membraan met porien
- semi permeabel
- kleine moleculen kunnen hierdoorheen
- osmose
- diffusie van water door semipermeabel membraan
- osmotische waarde
- aantal opgeloste deeltjes per volume eenheid
- osmostische druk
- oplossing met laagste osmotische waarde oefent druk uit op andere oplossing
- hypotoon
- osmotische waarde is lager
- hypertoon
- osmotische waarde is hoger
- turgor
- druk van grondplasma op celwand neemt toe en zorgt voor stevigheid
- plasmolyse
- celmembraan laat los van de celwand
- passief transport
- geen energie nodig
- ionentransport
- via ionkanaaltjes
- transporteiwitten
- transport in of uit een cel
- actief transport
- energie nodig voor transport
- validiteit
- geeft het onderzoek antwoord op de vraag
- betrouwbaarheid
- komt het overeen met uitkomsten van dezelfde proeven