Lesson 3: speaking (Dutch/English)
Woorden in deze lijst (15)
Origineel
- dochter
- daughter
- familie/
gezin - family
- groot-/
klein- - grand-
- jonger
- younger
- middelste
- middle
- moeder
- mother
- neef/
nicht (kind van een oom of tante) - cousin (male and female)
- neef (zoon van een broer of zus)
- nephew
- nicht (dochter van een broer of zus)
- niece
- niet houden van
- to dislike
- oom
- uncle
- stief-
- step-
- tante
- aunt
- vader
- father
- zoon
- son