havo 3 hfst 1

havo 3 hfst 1

Noor
7

Woorden in deze lijst (16)

beurskrach
een grote en plotselinge daling van de aandelenkoersen
bondgenootschap
een samenwerkingsverband tussen landen
economische crisis
Periode waarin het slecht gaat met de economie, waardoor veel mensen werkloos zijn.
Eerste Wereldoorlog
Een grote oorlog die tussen 1914 en 1918 vooral in Europa werd uitgevochten, maar waar ook soldaten uit de Europese kolonies in Azië en Afrika meevochten. Vanaf 1917 deden ook de Verenigde Staten mee.
inflatie
Het stijgen van de prijzen van producten, waardoor het geld minder waard wordt.
kapitalisme
econimisch systeem waarbij alles draait om winst maken.
Loopgravenoorlog
Oorlog waarin soldaten greppels uitgraven om bescherming te zoeken tegen de vijand.
massaproductie
Het maken van veel dezelfde producten in korte tijd met behulp van de lopende band.
nationalisme
grote liefde voor eigen land, volk en cultuur
Ottomaanse Rijk
Turkse Rijk dat van 1300 tot 1923 bestond en een grote deel van het Midden-Oosten,Noord-Afrika en de Balkan besloeg
propaganda
reclame maken voor politieke ideeën of voor een politicus via radio,kranten, toespraken,posters of met andere middelen,met als doel zoveel mogelijk mensen te overtuigen
totale oorlog
Een oorlog waarbij niet alleen het leger, maar de hele samenleving betrokken is.
tweefrontenoorlog
Een oorlog waarbij een land op twee plekken tegelijk moet vechten en het leger moet splitsen.
verdag van Versailles
verdrag dat na de eerste wereldoorlog,op 28 juni 1919, gesloten werd tussen de geallieerden en Duitsland (; kreeg zware straffen opgelegd
vrijemarkteconomie
economie waarin vraag en aanbod bepalen wat fabrikanten produceren,wat consumenten kopen en wat de prijs van producten is
wapenwedloop
Een race tussen landen om zoveel mogelijk en zo krachtig mogelijke wapens te produceren.
Hoi Gast!