BvJ - 4 vmbo-k (8.0) deel b - Transport en afweer - Het hart
Woorden in deze lijst (15)
Origineel
- aorta
- Slagader waarin bloed van het hart naar alle delen van het lichaam stroomt.
- boezems
- Zakvormige hartdelen aan de bovenkant van het hart.
- bovenste holle ader
- Ader waarin bloed uit hoofd en armen naar het hart stroomt.
- halvemaanvormige kleppen
- Kleppen in de aorta en longslagader dicht bij het hart; voorkomen terugstromen van bloed.
- hartkleppen
- Kleppen in het hart tussen de boezems en de kamers; voorkomen terugstromen van bloed.
- kamers
- Grootste hartdelen aan de onderkant van het hart.
- kransaders
- Aders die afvalstoffen van het hart naar de rechterboezem vervoeren.
- kransslagaders
- Aftakkingen van de aorta met voedingsstoffen en zuurstof voor het hart.
- linkerboezem
- Deel van het hart waarin de longaders uitmonden.
- linkerkamer
- Deel van het hart dat bloed in de aorta pompt.
- longader
- Ader waarin bloed van de longen naar het hart stroomt.
- longslagader
- Slagader waarin bloed van het hart naar de longen stroomt.
- onderste holle ader
- Ader waarin bloed uit romp en benen naar het hart stroomt.
- rechterboezem
- Deel van het hart waarin beide holle aders uitmonden.
- rechterkamer
- Deel van het hart dat bloed in de longslagader pompt.