- Orgaan
- Een deel van een organisme met een specifieke functie, zoals hersenen, hart, maag
- Orgaanstelsel
- Een groep van organen die samenwerken voor een gemeenschappelijk doel, zoals het verteringsstelsel
- Weefsel
- Groep van cellen met dezelfde vorm en functie
- Tussencelstof
- Dood materiaal dat zich tussen cellen bevindt en een rol speelt in de structuur van weefsels
- Epitheelweefsel
- Weefsel dat bestaat uit dicht op elkaar zittende cellen, scheidt externe en interne milieu
- Bindweefsel
- Weefsel dat structuren bij elkaar houdt
- Spierweefsel
- Weefsel dat kan samentrekken door structuren zoals actine en myosine
- Zenuwweefsel
- Weefsel met uitlopers voor communicatie over grote afstanden
- Beenweefsel
- Weefsel met cirkelvormige structuren, bevat kalkzouten voor stevigheid
- Kraakbeenweefsel
- Weefsel met meer lijmstof en minder kalk, buigzaam
- Celwand
- Tussencelstof bij planten, dood materiaal aan de buitenkant van cellen