- Schimmels
- Organismen die eencellig of meercellig kunnen zijn en zich voeden met dode resten van organismen.
- Eencellig
- Een organisme dat uit één enkele cel bestaat.
- Meercellig
- Een organisme dat uit meerdere cellen bestaat.
- Gist
- Een voorbeeld van een eencellige schimmel, gebruikt in bier, brood en wijn.
- Paddenstoel
- Een voorbeeld van een meercellige schimmel.
- Schimmeldraden
- Draadachtige structuren waaruit meercellige schimmels bestaan.
- Celdeling
- Voortplantingsmethode van eencellige schimmels.
- Sporen
- Cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan, gebruikt door meercellige schimmels.
- Lamellen
- Structuren onder de hoed van een paddenstoel waar sporen zich bevinden.
- Nuttige schimmels
- Schimmels die gebruikt worden voor geneesmiddelen, voedselbereiding of als voedsel.
- Schadelijke schimmels
- Schimmels die voedsel kunnen bederven of ziekten kunnen veroorzaken.
- Infectieziekte
- Ziekte veroorzaakt door schadelijke schimmels, zoals zwemmers-exeem.