- Bloedsomloop
- De weg die het bloed aflegt in het lichaam
- Dubbele bloedsomloop
- Het bloed stroomt twee keer door het hart
- Kleine bloedsomloop
- Rechterharthelft naar longen en dan linkerharthelft
- Grote bloedsomloop
- Linkerharthelft pompt bloed door het hele lichaam en komt terug in de rechterharthelft
- Hart
- Een holle spier die bloed pompt
- Boezem
- Bovenste deel van het hart dat bloed ontvangt
- Kamer
- Onderste deel van het hart dat bloed pompt
- Kransslagaders
- Bloedvaten die het hart van zuurstof en voedingsstoffen voorzien
- Kransaders
- Bloedvaten die afvalstoffen van het hart wegvoeren
- Hartscheiding
- De wand die de linker- en rechterharthelft scheidt
- Holle ader
- Bloedvat dat zuurstofarm bloed naar het hart voert
- Longslagader
- Bloedvat dat zuurstofarm bloed naar de longen voert
- Longader
- Bloedvat dat zuurstofrijk bloed van de longen naar het hart voert
- Aorta
- De grootste slagader die bloed van het hart naar het lichaam voert
- Kleppen
- Structuren die ervoor zorgen dat bloed niet terugstroomt
- Sinusknoop
- Knopje op het hart dat elektrische signalen geeft voor samentrekking
- Hartpauze
- Korte pauze na het samentrekken van de kamers