- Stevigheid
- De mate waarin een plant zijn vorm behoudt, vaak door turgor of houtvaten.
- Bescherming
- Aanpassingen van planten tegen uitdroging en vraat.
- CAM planten
- Planten die CO2 's nachts opnemen om uitdroging overdag te voorkomen.
- C4 planten
- Planten die CO2 fixeren op een andere plek om fotorespiratie te vermijden.
- Huidmondjes
- Openingen in bladeren die gasuitwisseling regelen.
- Turgor
- De druk van de celinhoud tegen de celwand, wat zorgt voor stevigheid.
- Houtvaten
- Vaten in houtachtige planten die water en mineralen transporteren.
- Sclerigiem cellen
- Langgerekte cellen die stevigheid geven door verdikte celwanden.
- Cuticula
- Een waslaagje op bladeren dat uitdroging voorkomt.
- Fotorespiratie
- Een proces waarbij Rubisco zuurstof bindt in plaats van CO2, wat fotosynthese vermindert.
- Rubisco
- Een enzym dat CO2 bindt tijdens de fotosynthese.
- Oxaloacetaat
- Een C4 molecuul dat betrokken is bij CO2 fixatie in C4 planten.
- Malaat
- Een C4 molecuul dat CO2 transporteert in C4 planten.
- Calvin cyclus
- Een reeks biochemische reacties die CO2 omzet in glucose.
- Bundelschedecel
- Cellen in C4 planten waar CO2 fixatie plaatsvindt zonder zuurstof.
- Crassuluacan
- Een zuur waarin CAM planten CO2 opslaan.