- Brutowinstopslag
- Het percentage van de omzet dat als brutowinst wordt behaald.
- BTW
- Belasting over de toegevoegde waarde, een belasting die wordt geheven op de verkoop van goederen en diensten.
- Omzet
- De totale inkomsten uit verkoop van goederen of diensten.
- Inkoopwaarde van de omzet
- De kosten van de verkochte goederen of diensten.
- Verkoopprijs inclusief BTW
- De prijs die de klant betaalt, inclusief belasting over de toegevoegde waarde.
- Verkoopprijs exclusief BTW
- De prijs van een product zonder de belasting over de toegevoegde waarde.
- Brutowinst
- Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde van de omzet.
- Brutowinst per product
- De brutowinst berekend per individueel product.
- Afzet
- Het aantal verkochte eenheden van een product.
- Liquiditeitsbegroting
- Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode.
- Resultaatverrekening
- Een overzicht van de winst of het verlies over een bepaalde periode.
- Winst en verliesrekening
- Een financieel overzicht dat de inkomsten en uitgaven van een bedrijf in een bepaalde periode toont.
- Balans
- Een overzicht van de bezittingen, schulden en het eigen vermogen van een bedrijf op een bepaald moment.
- Debiteuren
- Klanten die nog moeten betalen voor geleverde goederen of diensten.
- Crediteuren
- Leveranciers aan wie nog betaald moet worden voor geleverde goederen of diensten.